Klik hier om zelf een verhaal op de site te zetten.
Klik op MEER om het hele verhaal te zien.
Klik op jouw naam om een eigen verhaal te kunnen aanpassen.
Titel | Schrijver | Meer |
---|---|---|
105e Vierdaagse Nijmegen (2023) | Karel van Dam | Meer |
Zo maar eens een schrijven over de 4 daagse in Nijmegen van een gepensioneerde Luchtdoelartillerist. De Vierdaagse zit er weer op. In mijn actieve diensttijd werd het 4 daagse lopen altijd gewaardeerd door de organisatie. Dit bleek wel uit het feit, dat heel wat trainings kilometers in diensttijd mochten worden afgelegd en zelfs het deelname geld werd vergoed en soms ook nog een dag prestatie verlof. Mijn eerste Vierdaagse was in 1972, over opwarming van de aarde hadden we het nog niet, maar deze Vierdaagse was de warmste ooit. Een Deense officier overlijdt in de avond van de eerste dag. De dag erna worden de marsen ingekort en deelnemers mogen eerder vertrekken en later binnenkomen. Ook mogen militairen zonder bepakking lopen. Toch worden ook in het vervolg nog twee Zwitserse militairen door de hitte bevangen. Eén van hen overlijdt, de ander heeft lange tijd nodig om weer te herstellen. Namens de 15 Afdltlua werd in 1972 een detachement gevormd, de detachements commandant was de elnt Bootsma. De luitenant moest vlak voor de Vierdaagse afhaken vanwege een blindedarmontsteking, als ik me het goed herinner. De wmr1 Herman Koene (later over gestapt naar Rijkspolitie) werd de nieuwe detachements commandant. Door de hitte werd dit een slijtageslag voor ons detachement, meer dan de helft hebben het niet gehaald. Veel later bij de Lua School werd ik aangesproken door Ton Becks om de Vierdaagse weer op te pakken en zijn er heel wat marsen afgelegd. Bekende namen nog voor mij, zal niet compleet zijn: Ron Gunthardt, Herman ten Kate, Douwe de Boer, Bas van Willigen, Hennie Hoving, Wabe Kaptein, Wijnand Ruarus, Victor Remouchamps, Nanne le Grand, Ad van Leeuwen, Jan Bezoen, Jan Blom. Deze Vierdaagse was voor mij een jubileum Vierdaagse te weten de 40e maal en dus ook de reden om dit te schrijven en ook dat mijn voeten, intussen wel wat rust kunnen gebruiken, rustend hier op de salon tafel. Ook Douwe de Boer (26 keer) was weer van de partij en zeer bijzonder Orlando Breienburg ,(weet niet of ik zijn achternaam goed schrijf) overgestapt naar de gezondheidszorg in de burgermaatschappij. Ook hij is besmet met Vierdaagse virus, 39 keer nu. John Thiele loopt intussen ook al weer heel wat jaren mee, deze keer niet ontmoet, maar hij heeft wel gelopen. Vele marsen gelopen met Herman ten Kate en zijn vrouw Loyse (beiden 32 keer). Uiteindelijk lopen Ton Becks en ik nog samen, waarbij zeker vermeld moet worden dat Ton Becks met zijn 44 Vierdaagse Kruizen naar mijn mening de topscorer is binnen de Luchtdoelartillerie. Groeten, Karel van Dam |
||
Bezoek aan maj b.d. E.H. Wagenvoort | Johan van Ballegooij | Meer |
Op 24 februari 2023 werd de majoor b.d. Henk Wagenvoort 93 jaar. Op zijn verjaardag heb ik hem gelukgewenst en op 8 maart hebben lkol b.d. Jan Sikkens en ondergetekende hem een bezoek gebracht. Henk begon zijn militaire loopbaan bij de infanterie en werd vaandrig. De luchtdoelartillerie had een tekort aan adspirant reserveofficieren en zo werd Henk geplaatst in de Willem de Zwijgerkazerne bij de 15 Afdeling lichte luchtdoelartillerie in Wezep. Allerlei factoren beïnvloeden onze persoonlijke keuzes, maar een feit is dat Henk in dienst bleef als officier bij de luchtdoelartillerie. Vele functies heeft hij vervuld zowel bij de lua als bij andere staven zoals 1 Lk. We troffen Henk op zijn kamer aan en hij was blij verrast met ons bezoek en dus niet alleen vanwege de meegenomen fles Barbarabitter. Op naar de cantine. Gesprekken over vroeger. Namen van vroegere medewerkers passeerden de revue. Herinneringen kwamen boven. Zo maar wat namen: Halbo Bosker bezoekt hem af en toe, rakkers van de 15 Afdltlua kwamen ter sprake zoals Jacques Bootsma, Piet van Koesveld, Cees van der Veer, anderen zoals Henk van Randwijk, Hans Lievaart, Jos Penning en Rob Tellegen etc etc. met wie hij heeft opgetrokken. De middag vloog voorbij. Na ca. 2 uren hebben we afscheid genomen van een dierbare collega, helder van geest, monter ondanks het wat saaie bestaan in het verzorgingshuis en redelijk ter been om het zo maar te zeggen. Uiteraard hebben we een knappe verzorgende verleid om een foto van ons groepje te maken. Let op Henk zijn biertje! We zijn er van overtuigd dat Henk de ontmoeting met oud collega's of anders een kaartje of briefje erg op prijs zal stellen. Zijn adres is: De Heer E.H. Wagenvoort Het Zonnehuis IJsselstraat Kamer 7 Nijenhuislaan 175 8043 WB Zwolle Johan van Ballegooij (de benjamin van het gezelschap). |
||
Opheffing 15 Afdltlua | Jaap Wijnman | Meer |
Begin 1982 werd ik door de S1 15 Afdltlua (Kapitein Jaap Fioole), tijdens mijn dienst als wachtcommandant, verzocht om even langs te komen. Uit ervaring wist je dat dit een riskant verzoek was. De concrete vraag van de S1 was: "Hoe sta je tegenover een overplaatsing naar het OpleidingsCentrum Algemeen (OCA) in Den Bosch m.i.v. 1 oktober dit jaar?". In januari 1982 was ik getrouwd en verhuisd naar Wezep en ik had het hier prima naar mijn zin. "Denk er even rustig over na en geef mij morgen om 8 uur even aan wat je hiervan vindt". Verder gaf deze S1 aan dat hij geen idee had wat er met de huidige 15 Afdltlua stond te gebeuren, mogelijk zou deze op termijn wel opgeheven worden. Dit was verder nog nooit ergens ter sprake gekomen, mijn toenmalige Batterij-opper Albert Kamping gaf aan dat ze dit al 20 jaar riepen! Na een slecht nachtje slapen heb ik de S1 verteld dat ik bereid was om naar het OCA te gaan. Belangrijkste overweging was dat wij graag in het zuiden van het land wilden wonen, het verhaal over het opheffen van de afdeling nam ik met een korreltje zout. De S1 gaf aan dat hij erg blij was dat hij een kandidaat had om naar het OCA te gaan. Enkele maanden later kreeg ik een woning toegewezen in Boxtel. Op de dag van de bezichting kwam in het nieuws dat de 15 en 25 Afdlua opgeheven zouden worden. Vervolgens was ik een van de weinige mensen die wist hoe zijn nabije toekomst er uit zag. Per 1 oktober werkte ik als instructeur op het OCA waar ik 3 jaar met veel plezier gewerkt heb en de mogelijkheid had om mijn (avond) Havo diploma te halen. Jaap Fioole ben ik gedurende mijn diensttijd nog vaak als S1 tegengekomen. Met veel plezier denk ik aan deze man terug, enorme vakkennis als personeelsfunctionaris en naderhand heb ik mij nog wel eens verbaasd over zijn toenmalige toekomstvisies waarvan er naar mijn mening veel zijn uitgekomen. |
||
't is een vreemde zeker, die verdwaald is zeker, vervolg. | Karel van Dam | Meer |
Nog even een vervolg op het smeuïg vertelde verhaal van Piet Driesen, hartstikke goed Piet. Op het moment dat Sinterklaas de mess verliet en in volle borst gezongen werd, dag Sinterklaasje, heb ik de Goedheiligman nog even geattendeerd dat er boven in de officiersmess een soortgelijk feestje plaats vond. Oeps, bedankt, met veel plezier zal ik hen even bezoeken gaf hij aan. Hij vertelde mij later, dat hij daar op een zeer keurige wijze werd ontvangen met alle egards van dien. Men zette gelijk het bekende welkomst lied in Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht. Hij heeft nog iemand op zijn schoot gehad om een liedje te zingen en de volgende wilde ook op schoot, maar die was te zwaar, die mocht knielen naast hem en zijn liedje zingen. Hij herkende wel Jerry Snackey, Jerry was aan de andere kant mijn buurman. Ik denk uitbundig omdat ze erg blij waren dat hij vertrok en niemand de zak in hoefde richting Spanje. Voor zijn vertrek naar huis gaf Sinterklaas mij aan dat hij zijn staf kwijt was en dat dit een groot probleem was vanwege een optreden de volgende dag. Ik garandeerde hem dat die staf de volgende terug bezorgd zou worden, hij had daar niet al te veel vertrouwen in, omdat hoe oplettend hij was, mij het water uit het bloemenvaasje op de bloedraadtafel zag drinken, Karel water drinken is onbestaanbaar dacht hij, hij rook er aan en constateerde dat het Jonge Jenever was en ik kan u vertellen dat tulpen een hoop water nodig hebben. Groot was zijn verbazing die volgende ochtend op zijn werk. Er was een wachtmeester gekomen in een jeep, daar achter een drietonner. Nadat de wachtmeester zich keurig had gemeld, werd met ceremonieel de staf uitgeladen. U zult begrijpen dat ik een enorme voorpret had en dat ik heb genoten van de verwarring die avond. Ed de Lange was helemaal ontdaan, “wie is dat”. Ik gaf aan, “Sinterklaas Ed, maar schop hem er anders uit”, “dat kunnen we niet maken gaf hij aan”. Hij zei, “laat me maar even”. Hij trok zijn baard omlaag en hij zei, “stik nog een baard en ik ken hem niet”. Wat had ik een schik. Staat van dienst Sinterklaas: Ik diende bij 41 GN BAT Seedorf Sergeant verzorging maar mijn praktijk was het bewaken van de opslag van Bailey brugonderdelen en brugdelen van brugleggende tanks en oefen mijnen!!! Zeer zware baan!!!!!!! Klasse 4 terrein helemaal achterop de kazerne. Er lagen bij het hek van die stalen rijplaten en die waren enigszins krom en als er iemand of een voertuig aankwam dan hoorde je die platen klappen, een signaal om direct activiteit uit stralen Wij hadden een rooster wie aan de beurt was om de dagelijkse kroketten of frikandellen te halen bij de NATO kantine. Er was weinig te doen af en toe wat oefenmijnen uitgeven en wat schilderwerk. Ons onderkomen was een grote houten loods zonder verwarming. In die loods was een kantoortje waar we met ons 3en verbleven. ´sWinters hadden we een oliekachel met 2 standen; aan of uit, dus ´swinters stikte je of van de kou of van de hitte. 41GN Bat waren de “bouwvakkers” van de kazerne en hadden de wisselbeker voor bieromzet permanent in hun bezit. Om de 6 weken kon je met een bus voor een week naar huis die reed naar de kazerne in Nunspeet. Al met al een gouwe tijd!! Aanvulling vanaf mijn kant: Google maar eens: Snoezelkoning uit Ede geridderd Groeten Karel. |
||
Een majoor laat je niet zomaar in zijn hempje staan. | Pieter Driessen | Meer |
Harskamp, 1964 Onze Eefdese A batterij van de 15e afdltluambl was in dat voorjaar een week op schietserie op de Westerheide banen in de Harskamp. Tijdens die periode werd er met Fal, UZI en de gloednieuwe MAG geschoten. De doelstelling was om de schietvaardigheid van zowel beroeps als dienstplichtigen op een hoger peil te brengen. Op de laatste dag nam onze gevechtsbatterij in 2 groepen (FAL schutters en UZI schutters) deel aan de kruipoefening over de o zo gevreesde gevechtsbaan. Ondanks dat we daarvoor al een paar keer hadden geoefend, zat bij de meeste dienstplichtigen de schrik er goed in. Vooral dat er met scherpe munitie boven je hoofd werd geschoten, werd het meest gevreesd. Het devies was: Blijf laag bij de grond. De gevechtsbaan is een zandterrein van zo’n 200 meter lengte en 100 meter breedte, waar je als groep zoveel mogelijk op linie, gewapend met je persoonlijk wapen, overheen moet kruipen in de tijgersluipgang. Iedereen heeft een genummerde buitenhelm over zijn binnenhelm, zodat iemand in de commandotoren je, via luidsprekers, persoonlijke aanwijzingen kan geven. Om het niet te gemakkelijk te maken, is het terrein voorzien van hindernissen. Diepe dwarsliggende greppels gevuld met prikkeldraad waar boomstammen in de lengte overheen liggen, prikkeldraad versperringen waar je onderdoor moet kruipen, bunkers met hoge en lage kruipgaten en nog meer van dat fraais. Ondertussen komt er uit de vele luidsprekers een oorverdovend lawaai. Regelmatig wordt er, naar men zegt, met mitrailleurs geladen met scherpe munitie over je hoofd geschoten. Ook krijg je bij het passeren van gemarkeerde springputten een hoop zand over je heen, als de lading met een geweldige knal de lucht in gaat. Bij dit alles wordt verwacht, dat je als groep op linie blijft. Om dit te bewaken, gaan enkele kaderleden mee met een herkenbare helm. Je start gelijktijdig vanuit een loopgraaf en je stopt, als het goed is, bijna gelijktijdig in een loopgraaf aan de overkant. Daar wordt nog van iedereen verwacht, dat hij goed gericht een vijftal schoten afvuurt op een romp schijf, want het wapen moet, tijdens het afmattend tijgeren door het zand, wel schietklaar blijven. Wij stonden met onze groep in gevechtstenue met helm gereed om de gevechtsbaan te nemen, toen de plv afdc, de majoor Aronds, naar ons toe kwam. De majoor was een breedgeschouderde kerel met Indische roots, wiens mondelijke communicatie over het algemeen alleen maar bestond uit grauwen en snauwen. Alleen militairen met een bewezen sportieve achtergrond hadden niets van hem te vrezen. Daar ging hij, zoals het hoorde, fatsoenlijk mee om. Het gerucht ging, dat hij bokskampioen van Java was geweest en dat verklaarde voor een deel zijn onbehouwen gedrag. Via de Wezepse tamtam hadden wij de wildste verhalen over hem gehoord. Trof hij je aan met de handen in de zij, dan was je de klos. Hij vond dat zo’n agressieve houding niet paste bij een eenvoudige militair. Als hij zich op de “Stille Willem” verplaatste, kwamen velen hem liever niet dan wel tegen. De meesten liepen voor hun eigen veiligheid dan graag een blokje om. Toen hij dan ook bij een van onze gereedstaande kanonniers het wapen, de helm en de munitie opeiste, was het duidelijk dat hij geen tegenspraak duldde. De beduusde krijger gehoorzaamde onmiddellijk. De ook in gevechtstenue gestoken majoor gaf zijn hoofddeksel en zijn stropdas (hij droeg onder zijn gevechtsjas een overhemd) aan de ontwapende krijger en nam zijn plaats over in de groep. Zo tijgerde hij met ons mee over de baan en vuurde hij aan het einde vijf schoten af op de gereedstaande schijven. Teruggekeerd bij de afgehangen uitrusting maakten de groep zich gereed voor wapenonderhoud. Poetslappen, geweerlapjes, olie en een pompstok werden tevoorschijn gehaald en men ging aan de slag. De majoor wilde kennelijk, als voorbeeldgedrag, het vuile wapen niet zo maar teruggeven aan de nog steeds beduusd kijkende kanonnier. Hij trok zijn gevechtsjas en overhemd uit, scheurde het hemd een aantal keren door midden en maakte er poetslappen van. Uitermate schaars gekleed in zijn groene militaire onderhemd zonder mouwen begon hij het wapen schoon te maken. Door die schaarste zagen wij toen pas hoe breed zijn lijf wel was en wat voor geweldige spierballen de man had. Het gerucht, dat hij bokskampioen van Java was geweest, kon wel eens niet verzonnen zijn, maar op waarheid berusten. Met dat breed gespierde lijf ijverig boenend aan het vuile wapen, heeft hij toendertijd zijn imago, in positieve zin, weer enigszins opgepoetst. |
||
't is een vreemde zeker, die verdwaald is zeker. | Pieter Driessen | Meer |
Midden jaren 80, 4 december, Die bewuste avond was de Barbaraviering in de onderofficiersmess van het kazernecomplex Ede-West in volle gang. De bierpomp had de laatste uren nauwelijks rust gehad en de bloedraad had in zijn oneindige wijsheid recht gesproken over opvallende personages en had tevens zaken die krom waren recht gebreid. De jongste lichting WTO-KMS Lua had ons verblijd met het a cappella gezongen Artillerielied, weliswaar niet helemaal zuiver van toon, maar het kon er mee door. Helemaal vrijwillig was dat niet gegaan. Het was meer een vormingsopdracht met het oog op het Barbarafeest. Dat de tekst niet helemaal overeenkwam met de oorspronkelijk versie, daar maalde niemand om. Het was gezellig en het was feest en de bierpomp maakte overuren. Plotseling ging achter in de zaal een deur open. In vol ornaat stond daar, jawel Sinterklaas, hoogstpersoonlijk. Terwijl de eerste feestvierders al het liedje: “Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht” aanhieven, keken de bloedraad leden elkaar vol verbazing aan. Wie had dat geregeld? De een na de ander schudde ontkennend zijn hoofd. Bij de voorbespreking was van alles ter sprake gekomen, echter niet het optreden van Sinterklaas. De president van de Bloedraad gebaarde naar zijn medeleden, dat we het maar zo moesten laten en speelde het spelletje gewillig mee. Hij bood de “oude man”, gastvrij als hij was, een gemakkelijke stoel aan en overhandigde hem de microfoon. Ze zouden er wel snel achter komen, wie achter de vermomming zat, was de gedachte. Eigenlijk was het nog niet eens zo’n gek intermezzo, zo vlak voor het sinterklaasfeest. Toen de Sint het woord nam en de mess-president adjudant Ed de Lange uitvoerig bedankte voor de uitnodiging, keken de bloedraad leden elkaar stomverbaasd aan. Wie was die persoon? Niemand had die stem ooit gehoord. Dat was er geen een van ons. Door zijn grote boek bladerend riep de bisschop van Myra achtereenvolgens enkele personen op het matje. Toen hij ook nog eens een aantal anekdotes van deze personen wist op te noemen en ze daarbij een passend presentje gaf, sloeg de verbazing om in ongeloof. Hoe kon deze “vreemdeling” dit allemaal weten? De mess-president had al een paar maal, een vertwijfelende vragende blik naar de leden van de Bloedraad geworpen, maar deze hadden, schouderophalend, dit met een nog meer vertwijfelende blik beantwoord. Op een gegeven moment hield hij het niet langer meer uit en richtte hij zich tot de Sint met de volgende vraag: “Wie bent u eigenlijk, want niemand herkent u?” De “oude man” rees moeizaam op uit zijn zetel en antwoordde stoïcijns: “Ik ben Sint Nicolaas en het wordt de hoogste tijd dat ik nu opstap, want er wordt op mij gewacht!” Minzaam wuivend naar de Barbara vierders schreed hij langzaam en statig de zaal uit. Iemand hief het lied: “Dag sinterklaasje, da-âg, da-âg” aan en iedereen zong het mee. Toen de deur achter de goedheiligman dichtsloeg, liet deze “mysterieuze bisschop” de mess-president en de Bloedraad in ernstige vertwijfeling achter. De volgende ochtend was bij de koffiepauze bovenstaand voorval het gesprek van de dag. Wie was toch die geheimzinnige persoon, die voor Sinterklaas had gespeeld en zoveel wist van personen en gebeurtenissen. Dat moest toch wel een bekende zijn, werd er geopperd. Hardop denkend zaten enkele mess leden daarover te filosoferen en ondertussen zagen ze, dat owi Karel van Dam daarover zat te grinniken. Op de vraag of hij er meer van wist, kwam hij aarzelend met het volgende verhaal op de proppen. Het was zijn buurman geweest, die door Karels vrouw naar de kazerne was gebracht en bij de mess was afgeleverd en opgehaald. De wachtcommandant, die ook in het complot zat, had hun vrije doorgang bij de poort verleend. Als voorbereiding had Karel zijn buurman alles verteld over het hoe en wat. Tevens had hij wat bijzonderheden over bepaalde personen op aparte briefjes gezet en deze op het laatste moment (deze personen moesten wel aanwezig zijn) aan hem gegeven. Met de briefjes in het grote sinterklaasboek gestopt, kwam zijn buurman over als de alwetende goedheiligman. We hebben om deze goed geslaagde stunt smakelijk kunnen lachen. |
||
Een verjaardag om nooit meer te vergeten. | Pieter Driessen | Meer |
Dinsdag 30 juni 1964. De A batterij van de 15e Afdltluambl oefende rond bovengenoemde datum een aantal dagen op de Ermelose heide. Gisteren had de 1e gevechtsbatterij vanuit Eefde daar een stellinggebied betrokken en vanochtend waren we al vroeg verkast naar een gebied rond de Paalberg. Voor mij was het vandaag een memorabele dag. Ik was op de kop af 21 jaar geworden en om dit heuglijke feit te vieren had ik in het weekend een kratje bier ingeslagen. Die avond zou ik op een drankje trakteren voor al het kader van onze gevechtsbatterij. In die tijd was het nog gebruikelijk, dat we overdag oefenden en dat als de duisternis inviel, we van onze (nacht)rust gingen genieten. Was er een cafeetje op loopafstand, dan mochten de manschappen daar een klein uurtje verpozen. In de commandoposttent namen we dan ook een afzakkertje. Onze gevechtsbatterij was namelijk v.w.b. personeel zwaar onderbezet (soms hadden we bedieningen van maar 3 à 4 man, waar organiek het dubbele aantal in de OTAS stond). Daarom konden we niet klokrond draaien. Wel liepen de hele nacht 2 personen wacht in het stellinggebied, waarbij om het uur, steeds 1 wachtpost werd afgelost. ‘s Middags kwam de btc, de kap Henk Wagenvoort aan de elnt Kees van de Veer vertellen, dat we die avond voor het eerst een stellingname bij duisternis gingen uitvoeren. Opdracht van de afdelingscommandant. Om het niet al te moeilijk te maken zouden we dezelfde stelling betrekken. Omdat het de allereerste keer bij duisternis was, moest het schools en instructief gebeuren. Tijd was niet belangrijk. Veiligheid voor personeel en geen schade aan materieel hadden de hoogste prioriteit. Na de warme maaltijd gingen we uit stelling en verplaatste de gevechtsbatterij zich naar een afwachtingsgebied. Voor het vallen van de duisternis werden alle procedures nog eens goed doorgenomen en werden belangrijke afspraken afgezegend. Wie zou wat doen op welk moment en hoe gingen we met elkaar communiceren (o.a. met verduisterde zaklamp seinen). Het duurde lang voordat het enigszins donker werd. Maar wat wil je op midzomeravond. Tegen 23.00 uur kwam het vertreksein. De black-out verlichting ging aan en elk voertuig met aangehaakte last vertrok met een vooroplopende gids, met een rood schijnende flashlight. Ondanks dat we de hele dag al in het gebied hadden gestaan en alle “moeilijke hobbels” kenden, viel het niet mee om herkenbare punten in het terrein terug te vinden. Het duurde dan ook een hele tijd, voordat de vuurmonden, de Super Fledermaus radar en alle aggregaten weer op hun plek stonden. Daarna begonnen de handelingen van de eigenlijke stellingname, het synchroniseren van de stukken en de camouflage van het materieel. Veilig voor personeel. Zonder schade aan materieel. En de tijd? Die speelde geen rol. Rond de klok van twee kon de gevechtsbatterijcommandant eindelijk “Gevechtsgereed” melden. Toen al het kader om half drie in de commandoposttent was verzameld en ik vroeg wie er een biertje wilde ter gelegendheid van mijn verjaardag, sloeg tot mijn grote verbazing iedereen het drankje af. Ze wilden liever gelijk gaan slapen. Ik heb na deze teleurstellende ervaring, zo nuchter als een pas geboren kalf, mijn slaapzak ook maar opgezocht. Van harte gefeliciteerd met je 21e verjaardag en nog vele jaren, maar niet heus! |
||
Bolknak | Wolter Borger | Meer |
Het was in het jaar 1967 dat ik als stoere Marechauchee aan de poort van het HKKL (hoofd kwartier koninklijke landmacht ) stond toen er een officier met 3 sterren op zijn schouder mij wilde passeren. Ik groette netjes zoals het een militair betaamd en zei goede morgen Kapitein. De man stond plotseling stil, draaide zich om en zei dat hij geen kapitein was. Hij was van de cavalerie en die heten anders. Ik keek heel verbaasd want 3 sterren is toch kapitein. Hij zei dat ik eens moest denken aan een goede sigaar. Ik denken een goede sigaar!!!!!!!!!!!! De enige die ik kon bedenken was bolknak. Dus zei ik is uw rang dan bolknak? Wat kan een man veranderen, eerst werd hij rood toen kwam er rook uit zijn oren en liep hij wachelend weg. Voor de zekerheid heb ik het handboek voor de soldaat maar weer te hand genomen en ben de rangen en standen weer gaan bestuderen RITMEESTER dat was het. Zo zie je maar elke keer leer je er weer bij. |
||
De militaire trein gemist | Pieter Driessen | Meer |
De militaire trein gemist. Om het grote aantal weekend verlofgangers te vervoeren zette de NS, ook in de jaren ‘60, in de grote garnizoenssteden nog steeds militaire treinen in. Vaak waren het iets oudere treinstellen met een aantal coupés: 1e klas: voor officieren, 1e klas: voor onderofficieren en een 2e klas voor korporaals en soldaten. In Weert vertrokken dan bijna gelijktijdig 2 treinen, de één in de richting Roermond en de ander richting Eindhoven. Omdat er in elke trein zo’n 200 OOS (KMS) soldaten/korporaals gingen, zat zo’n 2e klas coupé dan stampvol met beroeps collega’s. De paar dienstplichtigen keken dan vol ontzag naar de overmacht en hielden zich wijselijk gedeisd. Toen we in Ede werden gelegerd, was de situatie precies omgekeerd. De 2e klas coupé zat vol met dienstplichtigen en jij moest, als kpl I, daar tussen een plaatsje zien te bemachtigen. Ze zagen aan je gladde stof tenue, dat je beroepsmilitair was en dat zorgde vaak voor vervelende opmerkingen. Als het even kon, reisde je het liefst in een gewone trein in burgerkleding. Echter er was een probleem. Wij mochten vanwege onze te jonge leeftijd niet in burgerkleding in de kazerne lopen. Daar had onze klas iets op gevonden. Voordat we naar het station liepen, gingen we eerst langs het, tegenover de kazerne gelegen, KMT. In een van de studie lokaaltjes werd dan snel omgekleed. Omdat we al een, van te voren gekocht en/of afgestempeld, plaatsbewijs hadden, kon je incognito zonder problemen het perron op. Als de stations patrouille je niet herkende, pakte je de eerste de beste trein richting jouw bestemming. Een ander probleem was, dat in de weekendtas, die al redelijk vol zat met nog te wassen kleding, nauwelijks plaats was voor burgerkleding. Dat werd opgelost door deze truc. Vlak voor het verlofgangers appèl trokken we onze burgerkleding aan. Daar ging de militaire broek overheen, daarna met de regenjas hooggesloten aan en met burger bruine schoenen en baret op zagen we er op het oog militair gekleed uit. Zaterdag 12.30 uur verlofgangers appèl. De officier van de week, de owi Spek, verbaasde zich over het feit, dat er een achttal personen met het mooie weer met hooggesloten regenjassen aantrad en de overigen zonder jas. Hij beval eenheid van tenue, dus regenjassen uit. Hij viel van verbazing bijna steil achterover toen hij het ordeloos geheel aan kleding zag. Zo wilde hij voor ons geen verlofgangers appèl houden. De rest kon vertrekken, maar wij moesten om 14.00 uur nogmaals aantreden, maar dan in correct militair uniform. De militaire trein hebben we, al zouden we het willen, niet meer gehaald. Maar we kregen ongewild toch onze zin. We konden met de burger trein reizen, echter wel een paar uur later. En een kort weekend was toch al zo kort.
|
||
De kwartiermakers van de schietserie Münster Sud | Johan van Ballegooij | Meer |
Het was januari van het jaar 1963. De schietserie Munster Süd stond voor de deur. Het materieel werd nog eens grondig gecontroleerd. De Herstelcompagnie stond onder druk om de verouderde en defecte voertuigen weer inzetbaar te maken. Immers, het is een lange rit naar de Nato Uebungsplatz, met de bekende Schwerbeschädigt Duitsers aan de slagbomen en de bivakplaatsen met de high tech sanitaire voorzieningen. Dit beeld had niet iedereen. Er waren veel dienstplichtigen die voor de eerste keer een dergelijke schietserie mee zouden gaan maken. Een afdeling veldartillerie verplaatst in colonneverband naar het oefenterrein Munster-Süd. Uiteraard moesten de door de hogere staf aangewezen bivakruimten worden voorbereid. Daartoe werd een kwartiermakersgroep geformeerd. Dit detachement stond onder leiding van de kapitein Sjors Rijksel , de S1. Hij was afkomstig van de luchtdoelartillerie zoals vele luchtdoelartillerie officieren i.v.m. de grootscheepse reorganisatie. Mannen, sprak de kapitein, morgen gaan we vroeg weg met ons detachement. De afdeling rijdt in colonneverband, maar wij rijden zonder blauwe kappen en vlaggen voor de afdeling uit. Zo zijn we tijdig in Duitsland om het bivak voor te bereiden. De oppers van de batterijen weten wat ze te doen hebben, want die hebben dit al vaker meegemaakt. Voor de meeste dienstplichtigen is dit nieuw. Wat gaat er gebeuren. We rijden met 50 meter tussenruimte, maar gedragen ons als individuele verkeersdeelnemer. Na ca twee uren even rusten om de benen te strekken en zo. Dan gaan we verder en we stoppen in Duitsland bij een Gaststätte. Zo maar een herinnering van Johan van Ballegooij |
||
Het lesje van (voor) de opper | Pieter Driessen | Meer |
KMS-WTO Lua In het voorjaar 1962 waren er 2 lichtingsploegen van de KMS-WTO op de LUAS in opleiding. De oudste klas zou eind dat jaar worden bevorderd tot wachtmeester en de jongste een tijdje later. Omdat het aantal leerlingen per klas niet groot was (8 en 3) vond een groot aantal lessen gezamenlijk plaats. Denk hierbij aan: LO/sport, GV, onderhoud, velddienst, schietoefeningen etc. Tijdens de LO lessen was onze sportinstructeur, wmr Titalepta, een beetje ontevreden geweest over onze inzet. Daarom verordonneerde hij, dat in het vervolg alle buitensport lessen in overall en hoge schoenen zouden plaatsvinden, in plaats van op gymschoenen. Sporten met die hoge bakken op het voetbalveld ging nog wel, maar een stevige veldloop door de Sysselt was andere koek. Echter na een poosje trad gewenning op en wisten we niet beter. Het voordeel was, dat onze lichamelijke conditie zienderogen toenam. Op een zaterdagochtend gingen we schieten op de garnizoens schietbaan in Ede. Met volle bepakking en karabijn werd om 07.30 uur o.l.v. de klassenoudste afgemarcheerd. Onze wmr klassencommandant, wmrI Anthonio begeleidde ons in enkel het gevechtstenue. De andere klassencommandant, een owi, ging met de jeep en aanhanger met munitie vooruit. Hij haalde tevens de benodigde schijven op in de schijvenloods. Nog voor 08.30 uur hadden we de 5 km overbrugd en kon de schietoefening beginnen. Deze had een meerledig doel, namelijk: onderhoud schietvaardigheid (bijna allemaal waren we al schutter 1e klas met de Garand), optreden als baancommandant en optreden als hulpinstructeur. Dit alles was gepland in carrouselvorm. Tijdens het schieten vond de opper, dat alles nogal ongestructureerd en laks verliep. Hij had al herhaaldelijk gewaarschuwd, dat het beter moest, maar het bleef toch volgens hem onder de maat. “Hij zou ons straks wel ‘ns een lesje leren”, dreigde hij. 11.00 uur einde schietoefening. Controle kamer karabijnen leeg. Niemand had munitie of delen van munitie. Afmars naar de kazerne. De opper, een buikig mannetje wiens sporttenue waarschijnlijk nog ongebruikt in de kast lag, had geruild met de wmr. Hij liet de klassenoudste intreden en startte als volgt: GROEP GEEFT … ACHT; LINKS … OM; VOORWAARTS ...MARS; LOOPPAS ...MARS; nadat we zo’n 200 meter hadden afgelegd, hoorden we hem op grote afstand commanderen: GEWONE PAS … MARS; RECHTSOMKEERT … MARS; LOOPPAS … MARS; Na 150 meter passeerden wij de opper, want hij had in zijn eigen tempo doorgelopen en toen we hem 200 meter voorbij waren, was het weer: GEWONE PAS … MARS; RECHTSOMKEERT … MARS; LOOPPAS … MARS; En daar snelden wij weer in zijn looprichting, passeerden hem na zo’n 250 meter en liepen daarna nog nog 200 meter door tot we weer hoorden: GEWONE PAS … MARS; RECHTSOMKEERT .. MARS; LOOPPAS … MARS; Dit jojo spelletje herhaalde hij steeds weer. En de opper zelf slenterde in zijn gezapige tempo door, terwijl wij in de looppas circa 4 x de normale afstand liepen. In het begin zagen we nog wel de lol in van het ren-je-rot-spelletje, maar op de duur ging het op pesterij lijken. Vanaf de schietbaan loopt de Genieweg bij de kruising met de Hessenweg omhoog tot deze het hoogste punt bereikt, nabij de Drieberg. Daarna gaat hij licht dalend naar beneden.“Als we op het hoogste punt zijn, doen we net of we de opper niet meer horen”, siste één van ons en iedereen stemde daarmee in. Toen we hem hoorden roepen: GEWONE PAS ...MARS; en nogmaals hoorden brullen: GEWONE PAS ...MARS; en uiteindelijk hoorden schreeuwen: GEWONE PAS ...MARS, VERDOMME; waren we uit het zicht verdwenen. In verhoogd tempo hebben we het resterende stuk tot de rijksweg afgelegd, zodat we uit het zicht waren als de opper het hoogste punt had bereikt. Daarna heeft de klassenoudste ons afgemarcheerd naar de kazerne. We waren allang gereed met wapenonderhoud en waren ons aan het klaarmaken om met weekend verlof te gaan, toen de opper witheet onze legeringskamer binnen stoof. “Dit pik ik niet van jullie; dit muisje krijgt nog een staartje. Jullie horen hier meer van”, hoorden we hem zeggen. En weg was hij. Waarschijnlijk heeft hij zijn onkunde verteld aan zijn collega’s, want al gauw wist iedereen in het schoolgebouw, wat er was voorgevallen. Enfin, nog voordat we met weekend verlof gingen, moesten we op rapport komen bij de btc. Deze liet de klassenoudste het hele verhaal uit de doeken doen. Na afloop zei hij, dat hij van het laatste deel, het niet horen van het commando van de opper, geen snars geloofde en dat we er de volgende week nog wel meer over zouden horen. De maandag daarna was tijdens koffiepauze de afgang van de opper, het verhaal van de dag. Besmuikt werd er om gelachen en wij, wij hebben er nooit meer iets over gehoord.
|
||
En de winnaar is ..... | Pieter Driessen | Meer |
Wezep, Herfst 1964 Voordat de A batterij vanuit Eefde naar Wezep verhuisde i.v.m. een grote lua reorganisatie van ook de 15e afdltluambl, werden 2 kortverband vrijwilligers bij onze eenheid geplaatst. De ene, Max Hermans werd sc 40L70 en de ander met de bijnaam Watson was opgeleid voor sc M55, maar kreeg de functie van wmr verzorging (foerier). Voor Max was het zijn eerste functie, echter Watson had al een uitzending naar Nieuw-Guinea achter de rug. Voor hem kwam, tot zijn groot verdriet, de terugkeer naar de burgermaatschappij met rasse schreden naderbij, maar gelukkig kon hij een tijdje later nog naar de KMS. Met mijn ongehuwde beroepscollega’s werden we, na aankomst in de “Stille Willem”, na een kortstondige noodopvang in het witte stafgebouw, gelegerd in een van de kop kamers van het batterij gebouw. Omdat we om de 2 weken een paraat weekend hadden, leerde ik onze kvv-ers zowel in het werk alsook in de vrije tijd goed kennen. Max was een klein strebertje. Hij viel op snelle auto’s en op de nieuwste gadgets. Hij kon slecht verkroppen, dat iemand iets nieuwers of iets beters had dan hij. Wist iemand een leuke anekdote te vertellen, dan had hij nog een betere. Althans dat dacht hij. Watson, die vol zat met grappen en grollen, had dat goed in de gaten en plaagde hem daar regelmatig mee. Op een herfstavond van een parate zaterdag in 1964 zaten we met de hele club vrolijk aan de bar in de onderofficiersmess. Die gezelligheid werd mede veroorzaakt, doordat iedereen bij de korpsadministrateur zijn maandsalaris had opgehaald, cash in het handje. Zo ging dat in die tijd. Een bankrekening was alleen voor zakenlieden. Nadat alle bekende gokspelletjes waren gespeeld (bamzaaien, kassie 6 gooien en nog meer) en de verliezers het gelag hadden betaald, werd er na de vele biertjes een boompje opgezet over polshorloges. Welke waren goed en betrouwbaar en welke moest je elke dag met de kazerne klok gelijkzetten. Zelf had ik een 8 jaar oud Prisma dingetje, dat als het KNMI een regenbui aankondigde, al met condens besloeg en niet meer af te lezen was. Anderen hadden iets betere uurwerkjes, maar zeker geen toppers. Watson echter had op de terugweg uit Nieuw-Guinea, waarschijnlijk in een taxfree shop, een exclusief duur Kontiki polshorloge gekocht. Triomfantelijk kijkend beweerde hij, dat het op dit moment het beste horloge van de wereld was. Max had de bewering van Watson smalend aangehoord en wees apetrots op zijn gloednieuwe Pontiac. U weet wel het polshorloge, dat bekend werd door wielrenner Wim van Est. De slogan: “Gehuld in de gele trui viel ik 70 meter diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep”, werd in Nederland een veel gehoorde reclame boodschap. Mijn collega’s en ik, met onze goedkope niemendalletjes, dolven al gauw het onderspit in de discussie en werden meesmuilend naar het zijterrein verwezen. Onze horloges hadden niet de eigenschappen: Anti-Magnetic, Waterproof, Shockproof of ik-weet-niet-wat-proof. Hooguit stond er: “Made in Hongkong” op. Enfin, de woordenwisseling liep zo hoog op, dat er werd gesuggereerd, om beide top horloges maar aan een test te onderwerpen. Dan konden we tenminste een winnaar aanwijzen. Twee glazen werden met bier vol getapt en de eigenaren werden verzocht hun horloge daarin te deponeren. Toen de glazen waren leeggedronken, zagen we dat ze allebei nog liepen. Voor de waterproof waren ze alvast geslaagd. Vervolgens werden beide uurwerken op de bar gelegd. Met een bierafschuimer schoof iemand de beide klokjes gelijktijdig van de bar af, waarna ze kletterend op het linoleum terecht kwamen. Warempel ze tikten nog; ook deze test hadden ze goed doorstaan, want ze liepen nog als een zonnetje. Sommigen vonden, dat dit wel een “erg mager shockproofje” was. Dat moest wat forser. Opzij van de bar bevond zich een blinde muur. “Gooi die klokjes eens daar tegen aan”, werd er geopperd. Zo gezegd zo gedaan. En waarachtig, beide tiktak's waren niet kapot te krijgen en tikten vrolijk verder. Maar ja, nog steeds was er geen beslissing gevallen. Dan op naar de ultieme test. De onderofficierskantine bevond zich op de de eerste verdieping. “Doe het raam eens open”, beval een van de testafnemers. “Gooi de horloges eens 20 meter in de richting van het exercitieterrein”. Om de beurt gooiden de eigenaren hun speeltje vol overtuiging in de diepte. Toen we beneden gingen kijken, zagen we dat zich een catastrofe had voltrokken. De glazen van beide horloges waren gebarsten en tot overmaat van ramp stonden ze allebei nog stil ook. Watson vond, dat zijn horloge hem behoorlijk in de steek had gelaten en verpatste het, voor hem waardeloos geworden kleinood, aan de wmr1 Jan Deurloo. Deze heeft het later bij een gerenommeerde horlogemaker laten repareren en heeft er nog jaren plezier aan beleefd. De Zwitserse-Franse Pontiac was zodanig zwaar beschadigd, dat hij rechtstreeks kon worden gedropt in de poubellle. Zo’n weddenschap eindigt meestal met de kreet: “En de winnaar is ………..” maar niemand had de euvele moed, om deze zinsnede uit te spreken.
|
||
De gasmaskeroefening | Pieter Driessen | Meer |
Wezep, rond 1965 In de mid zestiger jaren had de 15e Afdltluambl een S2 met de bijnaam Woody Woodpecker. De kapitein was een beetje schietdoof en droeg daarom een gehoorapparaat. Waarschijnlijk door dit apparaat en daarbij een klein spraakgebrek (hij praatte nogal luid en enigszins kwekkend nasaal) had hij deze bijnaam verworven. Daarnaast hadden zijn naam en de activiteit van een specht allebei te maken met houtbewerking. De specht Woody Woodpecker was in die tijd razend populair als stripfiguur in kinderfilmpjes. Onze eigen Woody hield er nogal wat wonderlijke ideeën op na. Als S2 was hij onder andere verantwoordelijk voor het defensieve gedeelte van NBC oorlogvoering. Hij had bij oefeningen bemerkt, dat het dragen van het gasmasker K bij oefen gasalarm nogal te wensen overliet. Vaak had men het alarm te laat of nog erger, helemaal niet gehoord. Daarnaast werd het niet of te laat doorgegeven aan de lagere eenheden. Ook was het voorgekomen, dat gevechtsbatterijen het tijdstip van einde gasalarm zelf hadden bepaald, omdat men na een stief kwartiertje het wel welletjes vond. Als excuus kunnen we aanvoeren, dat de spreiding van de eenheden te velde van de 15e afdeling dusdanig was, dat bovengenoemde voorvallen gemakkelijk konden plaatsvinden. Dat moest en zou in zijn optiek toch anders en vooral beter. Hij had een ingenieus plan opgesteld. Dat kwam er op neer, dat enige gewenning aan het dragen van het masker in een aantal tijdfasen moest worden beoefend. En dat moest niet in het veld, maar in de kazerne gebeuren, zodat hij het kon controleren. Naast de drie vuurmondbatterijen moest ook de staf stafbatterij meedoen. Zijn gedachte was: Op een vaste dag in de week een gasmaskeroefening. En dat 6 weken achter elkaar en elke week een half uurtje langer. In de 1e week van 09.00-09.30 uur, de 2e week van 09.00-10.00 uur enz, enz, tot de zes weken voorbij waren. Uitzonderingen voor het niet dragen, waren de kantinepauze van 10.00 tot 10.20 en als men gasten had. Ook op ziekenrapport en bij bezoek aan de tandarts hoefde het niet. De 1e week verliep volgens hem en zijn wmr nbc uitstekend. Bij gedane controles was gebleken, dat iedereen bij de les was. Voor ons was dat half uur met het masker op je snufferd ook wel te doen. De verstaanbaarheid tijdens de lessen was wat moeilijker en het contact maken en houden met je bediening bij onderhoud was iets ingewikkelder, maar niet dramatisch. Ondanks dat de oogglazen waren ingewreven met oogglas zalf, werd het zicht na een tijdje beduidend minder. Maar dat was niet zo’n ramp, want dan liet je het werktempo gewoon een beetje zakken. Ook al omdat het een nieuw fenomeen was, accepteerde iedereen het gelaten. In de 2e week viel op, dat de toiletten wat meer waren bezet en dat bureaus, waar geacht werd, dat er werd gewerkt, op slot waren. Ook hadden sommige stafleden meer gasten van buiten op bezoek. Maar alles bij mekaar waren de S2 en zijn wmr nog steeds tevreden, want degenen die ze aantroffen, liepen keurig met het masker op. Echter de 3e week, waar om 09.00 uur de gasmaskers weer op gingen, was minder geslaagd. Om 09.50 uur zaten de eerste krijgers al in de kantine en verlieten die pas kort voor half elf. Ook was het voor de pauze al stervensdruk op de WC’s. Veel garages en opslagloodsen waren hermetisch afgesloten en als klap op de vuurpijl was een groot aantal bureaus niet bezet, althans op geklop en gerammel aan de deur werd niet open gedaan. Sporadisch trof de wmr nbc iemand aan met het gasmasker op. De S2 die bij zijn controle ronde dit allemaal ook had opgemerkt, ging zijn beklag daarover doen bij de afdelingscommandant. Die had ondertussen al flink wat gemopper en geklaag in zijn staf gehoord van zijn andere S-functionarissen, dat er zo niet te werken viel. Toch luisterde hij bereidwillig naar zijn veiligheidsofficier en na wat heen en weer gepraat kon hij hem ervan te overtuigen, dat de oefening toch wel een aantal positieve punten had opgeleverd. Meer training had volgens hem dan ook niet zoveel zin meer en was dus ook niet noodzakelijk. Daarom blies hij de oefening af. Wij opgelucht en tevreden, vooral omdat er bij hoge nood nu wel een toilet vrij was.
|
||
De correcte draagwijze van de kruisriemen | Pieter Driessen | Meer |
Den Helder, voorjaar 1964 De 15e afdltluambl had in het najaar een nieuwe afdelingscommandant gekregen, de ltkol Smit. De overste kwam uit Ossendrecht, waar hij afgelopen jaren het bevel had gevoerd over 3 rekruten batterijen. Tijd om zich te bekwamen in het allernieuwste lua materieel was er niet geweest, maar zoals meer commandanten in die tijd kreeg hij een kleine opfriscursus, die voldoende moest zijn, om niet al te grote flaters te slaan. Bij de schietoefeningen 40L70 op Botgat schoot onze Eefdese A batterij altijd met geleende korte kamer vuurmonden uit fort Westoever. Op zo’n schietdag van de schietserie was het gebruikelijk, dat, nadat de vuurvoorbereidingen o.l.v. de sc waren uitgevoerd, er een inspectie plaatsvond. Alvorens de vuurmond werd vrijgegeven voor het schieten, kwam de S3 langs met in zijn gevolg de assistent schietinstructeur (owi Nihof) en de wmr geschut (wmr1 Cornelisse). De S3 overhoorde de sc over de te schieten oefeningen, de owi keek naar de waterpas stelling en of de vizieren goed waren uitgericht, de splitpen was geplaatst onder het voetpedaal, de vuuronderbreekpallen zó waren ingedrukt, dat er alleen in de vuursector kon worden geschoten en of de vuuronderbreekschakelaar van de veiligheidsonderofficier werkte. Als laatste liet hij een batterijcontrole uitvoeren. De wmr1 keek voornamelijk naar de technische staat van het stuk: wiegdeksels dicht, schietbuis schoon en droog, bouten aangedraaid etc. De afdelingscommandant, die de voorbereidingen voor het schieten met de 40L70 sporadisch had meegemaakt, kwam dan vaak ook een kijkje nemen. Door waarschijnlijk een gebrek aan nodige kennis, waagde hij zich niet aan het stellen van vragen of het maken van kritische opmerkingen over het lua materieel. Wat hij wel deed, was kijken of de afgehangen gevechtstassen M52 (pukkel) naar rechts gericht achter de vuurmond lagen en of het wapen FAL keurig op zijn voorsteunen er naast stond en of de overige uitrusting van het stuk er netjes bij lag. Verder was het bericht hem vooruit gesneld, dat hij een feilloos oog had voor de juiste draagwijze van de kruisriemen. Die met lus moest volgens voorschrift over de rechterschouder en de ander uiteraard over de linker. Omdat alle schietoefeningen werden uitgevoerd met het dragen van de helm, het z.g. “bokkentuig” met veldfles en het gasmasker K, was dit een eldorado voor de overste. Regelmatig was het voorgekomen, dat een krijger door hem op de schouder was getikt met de opdracht de verkeerde draagwijze van de kruisriemen aan te passen. Wij, wachtmeesters, waren allemaal op de hoogte van deze “eigenaardigheid” en 's avonds aan de bar, na de nodige pilsen, werd besloten er een weddenschap van te maken. Wij zouden allemaal de kruisriemen de volgende dag verkeerd dragen. Degene die als eerste door de overste werd betrapt, moest een rondje geven aan de hele club. De volgende dag heeft de ltkol nog nooit zoveel wachtmeesters gezien, die al op grote afstand halt en front voor hem maakten en zich niet lieten verleiden, hem de rug toe te keren. Natuurlijk was er zoals altijd een “oetlul”, die even niet goed oplette en tot grote hilariteit van de anderen, de klos was.
|
||
Penny wise...... | Johan van Ballegooij | Meer |
Mijn goede vriend Victor Remouchamps is helaas te jong overleden. Het was een bijzonder en kleurrijk mens en mijn respect en vriendschap voor hem zijn echt en blijven ongebroken. Wat ik zeer in hem gewaardeerd heb is zijn trouwe correspondentie aan André de Bruin die toen in zijn laatste levensfase aan dementie leed. Zijn echtgenote heeft mij destijds meerdere malen gezegd dat André erg genoot van Victor zijn verhalen. Victor was ooit C-41 Paluabt en woonde in Duitsland. Als beroepsmilitair in Duitsland kon je in die tijd genieten van wat materiele voordelen. Eén er van was dat je de brandstof voor je auto via de bekende benzine bonnen zeer goedkoop kon tanken in Duitsland, bij de BP pomp als ik me goed herinner. Victor had nog al wat benzine bonnen over en zag de overplaatsing naar Nederland aankomen. Goede raad is duur, dus hij verzon gelijk Tom Poes een list. Die list was dat hij lege plastic vaten, een soort jerrycans verzamelde die als bestemming de dweilzeep van de Duitse cemsto in de kazerne Langemannshof en Hohne hadden gehad. Hij vulde deze lege jerrycans via de benzinebonnen met brandstof voor de auto. Hoe hij het heeft gepresteerd om ze in Nederland te krijgen onttrekt zich aan mijn waarneming. Als ik verhuizer zou zijn geweest zou ik bezwaar hebben gemaakt tegen deze lading. Wellicht zijn ze in etappes met eigen vervoer naar de kelder van zijn huis in Lunteren gebracht. Kennelijk was de reiniging niet geheel correct uitgevoerd waardoor na enige tijd de bezinepomp van de auto het begaf. Hij liet hem repareren bij de dealer in Voorburg althans in Den Haag. Destijds werkte ik bij de Landmachtstaf en hij vroeg mij om de auto van Den Haag naar Lunteren te brengen. Dat heb ik gedaan en nadat ik mijn plicht gedaan had ging ik met de trein naar 't Harde mijn woonplaats. Wat Victor met de overige benzine gedaan heeft weet ik niet, maar dat het dure liters waren weet ik wel. |
||
De vuurdans van de oefenvijand | Pieter Driessen | Meer |
Elspeetse heide oktober 1978 Het in september ingestroomde eerste peloton van 12 Paluabt, was toe aan een batterij geleide pelotons oefening. Voor de 2e oefendag gaf het draaiboek ondermeer aan: het beoefenen van het betrekken van een reserve opstelling. Volgens de theorie betrekt de stukscommandant een reserveopstelling, als hij in de hoofdopstelling onder vijandelijk vuur komt te liggen. Hij camoufleert zijn vertrek door het afschieten van rookgranaten, waardoor de vijand de aftocht bewegingen van de prtl niet kan waarnemen. Omdat het onderling pelotonsverband niet mag worden verbroken ligt zo’n reserveopstelling binnen het pelotonsstellinggebied op een niet al te grote afstand van de hoofdopstelling. Op die bewuste dag speelde de batterijstaf niet alleen oefenleiding maar zoals nu ook oefenvijand. De btc en de btowi hadden om vroege ontdekking te voorkomen wat groen struikgewas op hun helm gezet. Nadat we de landrover gecamoufleerd in een bosje hadden achtergelaten, slopen we zoveel mogelijk gedekt door diepere terrein plooien naar de dichtsbijzijnde prtl. Op een veilige afstand gooiden we enkele donderslagen in de richting van de prtl, om op die manier krombaanvuur te simuleren. De reactie van de stukscommandant was volgens het boekje. Twee rookgranaten werden in de windrichting afgevuurd en wij hoorden achter het onstane rookgordijn het stuk vertrekken naar de reserve opstelling. Toen de rook enigszins was opgetrokken was de prtl uit het oog verdwenen. Wat we wel zagen, was dat de nog nasmeulende rookgranaten de gortdroge heide in brand hadden gezet. Eerst waren het nog enkele vlammetjes, maar na een poosje kon je het verkleinwoord “vlammetje” gevoeglijk wegstrepen. De hei stond op twee plaatsen behoorlijk in de fik. Wij haasten ons naar de plekken des onheils en begonnen het daar oplaaiende vuur zoveel mogelijk uit te trapppen. Al snel hadden we in de gaten, dat grover geschut nodig was. Omdat er geen vuurzwepen of vuurwerende dekens voorhanden waren en het beetje water in de veldfles een lachertje was, kozen we de buitenjas als “second best”. Het vuur dovend met de wapperende jas en de weer oplaaiende vuurtjes uit trappend met de gevechtslaarzen, trachtte de oefenvijand temidden van de rokende vlammenzee, de Elspeetse heide voor verder onheil te behoeden. Door de episcopen en periscopen kijkend, moet het voor de stuksbediening een koddig schouwspel zijn geweest, hoe de oefenvijand een vuurdans ten tonele bracht. De stukscommandant, de wmr John Breedijk, meende in de vuurdansers de Btc en de Btowi te herkennen, maar soms geeft zo’n periscoop/episcoop de werkelijkheid nogal vertekend weer. Als militairen een oefenterrein verlaten, dan laten ze geen sporen na. Althans dat suggereert het Handboek van de Soldaat. Helaas was dat in ons geval schier onmogelijk. Twee zwartgeblakerde plakken, elk zo’n vier vierkante meter groot, waren niet echt een sieraad voor de Elspeetse heide. Heide deskundigen zeggen, dat zo’n afgebrand stukje juist goed is voor de aanwas van nieuwe heide. We geloofden deze professionals op hun woord en hebben de “rampplekken” maar zo gelaten. Weer terug op de kazerne vroeg plv btc Eef Saathof ons, hoe we aan die rood verbrande gezichten kwamen. Zoveel zon had hij die dag toch niet gezien.
|
||
De Divisie Legpenning | Pieter Driessen | Meer |
Nunspeet, lente 1978. De doorgaans serene stilte in gebouw 68 oostzijde werd plots doorbroken door harde opgewonden stemgeluiden uit het bureau van de batterijcommandant. Wat was er aan de hand? Zoals gewoonlijk had sma Teun Veenstra rond de klok van elf het brievenboek aangeboden aan de commandant en daarbij uitdrukkelijk aangegeven, dat er een brief bijgevoegd was van C-1Div. Dit epistel vermeldde, dat een afgevaardigde van de eenheid werd uitgenodigd tot het bijwonen van de jaarlijkse vergadering van het divisielegpenningfonds. Terloops werd er ook nog medegedeeld, dat alle eenheden werden geacht hun jaarlijkse financiële bijdrage ter plaatse te voldoen aan de penningmeester. Voor eenheden van bataljons grootte was dat 100 gulden en voor de kleinere zelfstandige eenheden 25 gulden. Nog voordat de commandant van de paluabt, bij het lezen van de tekst, bij de handtekening van de divisiecommandant was aangekomen, gingen alle sluizen vol open. “Is die generaal helemaal van de pot gepleurd? Ik beschik, als batterijcommandant, over geen enkel geldpotje. Hoe moet ik dan die bijdrage betalen?" Sussend probeerde plv btc Eef Saathof, die het bureau met hem deelde, hem tot kalmte te manen. Echter dat werkte zoals gewoonlijk als een rode lap op een stier.“Je denkt toch niet, dat ik dat ga betalen. Als die generaal zonodig mooi weer wil spelen en iemand een divisielegpenning wil geven, dan betaalt hij die maar mooi zelf.” De de-escalerende woorden van zijn bureaugenoot, wierpen echter nog meer olie op het vuur. “Nel ziet me al aankomen, als ik zeg dat ik 25 gulden uit de huishoudpot meeneem, alleen om bij die generaal een goede beurt te maken. Aan mijn nooit niet, hij krijgt van mij geen rooie cent en wat mij betreft steekt hij die penning maar in ………..” De stoom kwam figuurlijk uit zijn oren. Dit alles of woorden van gelijke strekking bulderde dwars door de deur van de kamer van de batterijcommandant en verspreidde zich door het bureaugedeelte van gebouw 68. De batterijopperwachtmeester werd als afgevaardigde aangewezen. Hem werd verzocht bovenstaande boodschap in aangepaste nette krijgstuchtelijk verantwoorde bewoordingen zo subtiel mogelijk over te brengen aan de penningmeester. De bewuste adjudant, de kalmte zelf, opperde bereidwillig of de winst uit de onderdeelsbar mogelijk enige soelaas zou kunnen bieden voor het verwezelijken van de bijdrage. Ik zag de teleurstelling van zijn gezicht afdruipen, toen ik hem vertelde, dat een pas opgerichte eenheid voorlopig wel iets anders aan zijn hoofd had en andere prioriteiten stelde, dan het inrichten van een onderdeelsbar. Daarop kondigde de kalme man stoïcijns aan, dat hij ons een drietal jaren vrijstelde van het doneren van de bijdrage. Lente 1981. Na drie bewogen jaren, was het tijd voor de commando overdracht. De piekfijn opgepoetste leden van de batterij stond in vol ornaat aangetreden op het exercitie terrein. De vele genodigden (militair en burger) vulden het carré volop aan. Voordat de gebruikelijke plichtplegingen en speeches, die horen bij een commando overdracht, plaatsvonden, kwam de divisiecommandant, de generaal-majoor Huyser met in zijn gevolg de brigadecommandant, de brigade generaal Kramer het terrein op. De scheidende commandant werd naar voren gecommandeerd en ten overstaan van alle aanwezigen, werd zijn commando over de paluabt en de inzet daarvan in de brigade en de divisie met mooie welverdiende woorden bewierookt. Het bleef niet alleen bij mooie woorden, want de divisiecommandant verleende hem, als klap op de vuurpijl, ook nog de zo door hem verguisde divisie legpenning. Gelukkig heeft de divisiecommandant nooit iets geweten over de drie jaar geleden gedane ontboezemingen over deze legpenning. Ik kon een glimlach nauwelijks onderdrukken. |
||
Heineken | Jan Zweers | Meer |
HeinekenDe vlag was een onherroepelijk gegeven. De wachtcommandant streek zijn eer op en neer. Vlag hijsen. Vlag gereed. De aanwezige troepen salueerden en front en in linie den Vaderland Getrouwe. Het raken van de vlag met de grond werd uit den boze geacht. De vlag symboliseerde het parate zijn. Korea en de afgelopen oorlog zaten nog vers in het bloed. Je kon het verleden nog aanraken en oprapen. Het dienstplichtig bestaan kenmerkte zich door eigenaardigheid. Eigenaardigheid die de Nederlandse plicht socialiseerde. Het besef meer te zijn dan alleen het dorp of de stad waar je vandaan kwam. Zo doende verdween onze boer van het platte land in het hoogland van de snelle jongens. Guus, kom noar huus want de koeien stoan op spring’n de varkes mot’n vreten en 't hooi mot van 't land. Guus draaide een zwaar sjekkie en vroeg zich peinzend af wat die schijtkoeien eigenlijk voorstelden in deze gesjeesde wereld. Socialisatie socialiseert nietwaar. In de korporaals mess werd stevig gedronken. Het bier was weer best en de OKP moest er aan te pas komen om de mannen in het gareel te houden. Guus wilde nog niet noar huus en dacht aan zijn koeien die alleen maar melk gaven maar nooit eens een schuimend biertje. Guus en zijn maten hesen voorzichtig het zeil. Een groen-witte Heineken vlag verrees eigenstandig ten top in onze welhaast heiligen vlaggenmast. Wachtcommandant sodeju! Zit jij te slapen ?! De OKP struikelde het wachtverblijf binnen en viel over zijn woorden. Sodeju Jan ! De vlagggh !! De vlagghhh ! Heineken !! Gelukkig had hij geen kunstgebit. Maar dat terzijde. De Stuurgroep Maatschappelijke Invloeden in de Krijgsmacht deed zijn werk en analyseerde op ontnuchterende wijze wat we allang wisten. Vredeling de minister was naar eigen zeggen allergisch voor uniformen en gooide terloops glazen asbakken door de ruiten van het Brussels kabinet. Hij hield wel van een glaasje. De Heineken vlag werd slordig gestreken en iedereen moest even lachen om die astrante boer die soldaat was geworden te midden van zoveel andere soldaten. Guus ging noar huus en verhuisde naar Amsterdam.
© Jan
|
||
Oude Stomp | Jan Zweers | Meer |
Oude StompHet was zaak de Oliebollen om te toveren tot Filler en op den duur tot Oude Stomp. Een soort rangorde binnen het dienstplichtig bestaan wat zich liet horen in enkele kenmerkende leuzen de soort betreffende. ‘En jullie zijn allemaal Fillers en wij zijn Oude Stomp’. Ja ‘de Oude Stomp gaat nooit verloren’ was het eensluidende devies. Oliebollen daarentegen roken naar foerier. De pas verstrekte PSU verspreidde een alles doordringende zure lucht. De Oliebol had nog heel wat maanden te gaan voor hij zich kon meten aan Fillers en Oude Stompen. ‘Eens komt de tijd dat we het leger gaan verlaten’ en ‘Ik sta op wacht en denk aan jou’ behoorden tot de categorie nog te verwerven stukken. De kazerne was ons dorp. Het was in die dagen dat ik rondliep met een gevlochten fluitkoord ter verdere adstructie van mijn instructeur zijn. Dagen die gekenmerkt werden door het bijzondere. Niet door het algemene. Wij als beroeps droegen een pet- geen gewone baret meneer meneer. B.Feld was ouder dan ik. We deelden een zeker enthousiasme voor de kunst van het overleven onder primitieve omstandigheden. Het eten van boomschors was er een van. B.Feld hield er van B.Feld te zijn. Was trots op zijn verzameling dolken en messen en ontplooide de ene parachute na de andere vanuit de blauwe lucht. B.Feld wist alles van munitie en de daaraan gerelateerde klappers. Het was traditie dat hij te velde diverse kalibers ten gehore bracht - zij het op losse wijze. Alle aandacht was gericht op dit buitengewone vuurwerk. Een enorme explosie volgde. ‘Dat was dus artillerie vuur’ en B.Feld verdween grijnzend achter zijn kromme snor- de argeloze meute perplex achter zich latend. Het was inmiddels donker geworden. Bouwvakkers en onderwijzers leerden de eerste beginselen van de infanterist. Het losse gerammel van etensblikken temperde het stille gefluister van de omliggende heide. Een can met water viel kletterend op de grond. Sigaretten werden fervent opgestoken ter illustratie van het onbeschreven licht bij duisternis. Ach was ik maar bij moeder thuisgebleven. De Oliebol werd Filler en veegde zijn kont af met mos voordat hij verder liep. De heide bloeit. Ergens in de verte is nog altijd een verdieping zichtbaar waar we de Bollen leerden zich gecamoufleerd op te stellen. B.Feld is niet meer. Salute ! © Jan |
||
de Kornet | Jan Zweers | Meer |
de KornetHet was in de dagen dat ik wachtmeester toegevoegd was. Een soort uitloop functie op pelotons niveau. Het zijn als stuks-commandant en radartoestel-commandant was inmiddels in mijn gecamoufleerde kleren gaan zitten. De ijdele beweging van het sluitstuk kwam me net zo bekend voor als de remote-controle switch van het vlo kastje. De kornet. Een dienstplichtig officier die veel van niets wist en gruwelijk zijn best deed het velletje met commando’s af te werken die strak uitgemeten stonden op een rubberachtig stukje papier. Een uitvinding van Cees Bardelmeyer overigens. Maar dat terzijde. Synchronisatie Stukken ! Richttoestel Gericht ! De schakelaar in-plus-3200 had al menige verwensing opgeleverd. Bij verkeerd gebruik tolde het kanon roekeloos rond en de mensen bij het stuk waren dankbaar een helm op te hebben. De kornet. Het was in de dagen dat je je handen in de winter kon warmen aan de dieselende motor van het aggregaat kort genaamd- de Bauscher. De Bauscher werd getrokken op twee wielen. Een speciaal daartoe opgeleide bediende draaide op tijd aan de startsleutel zodat radar en kanon systemen voorzien werden van de hoognodige stroom. Soms wilde het geval niet direct starten en de beginnend kornet werd vriendelijk verzocht het aggregaat aan te duwen met een paar kanonniers zodat de dieselmotor weer op gang kon komen. Hetgeen uiterst moeizaam verliep in het ruwe terrein. De kornet. Een aangenaam voorwerp om mee te dollen als ervaren wachtmeester. Was het niet om een doosje richtlijntjes te halen bij de sectie 3 dan wel om te zien hoe het geven van exercitie niet was weggelegd voor onze hoger opgeleiden. Het linksom en rechtsom laten maken van een peloton verliep dan ook regelmatig hoogst merkwaardig. De meestentijds krachteloze stem verhief zich op een wijze die niemand tot enige orde riep- laat staan een signaal afgaf van diepgeworteld militair zijn. Hoe kon het ook anders. Desniettemin respect voor de kornet. Respect ook voor alle dienstplichtigen die van rijkswege aan een onbekend roer gezet werden. Respect omdat hun wijze van zijn me pas later duidelijk werd toen ik zelf reserve officieren opleidde en begreep hoe moeilijk het is een peloton rechts of links uit de flank te laten maken. Salute !
© Jan |
||
het Pistool | Jan Zweers | Meer |
het PistoolGlock 17 pistool. Kaliber 9 mm. Polymeer gestuwd en voorzien van een trekker veiligheid. Zo heel anders dan de vertrouwde FN Browning die zoveel robuuster aanvoelde en tot 1994 het domein beheerde van hospikken en officieren. Waaronder de Officier van Kazerne Piket. Adjudant de Boogere keek op zijn horloge. Zeven uur. De opvolger klopte aan de deur. Het was Herman Frederik een oude bekende. Goedemorgen ! De overdracht van de dienst verliep volgens boekje. Inventaris en sleutelkasten werden nauwlettend doorgespit en elk afwijkend detail werd getrouw genoteerd. Als laatste werd het wapen met de aanwezige munitie overgedragen. Twee magazijnen plus een bureau lade waar zich een overzichtelijk telraam met ingedaalde patronen bevond. De Boogere omvatte het nieuwe wapen en woog het in zijn hand. Een beetje aan de lichte kant vond hij. Kijk Herman. Na het ontladen gewoon rustig de trekker overhalen en dan op save zetten. Herman knikte. Panghhh !! Stukken van het wit gekalkte plafond dwarrelden omlaag en de Boogere viel stijl achterover in zijn stoel. Wat’s geburd !? Wat’s geburd !? Wind en regen klopten ongedurig tegen het raam van het kamertje en de marechaussee stelde een onderzoek in. Alleen een gat in het plafond wees er op dat er iets ongestructureerd had plaats gevonden. De Boogere draaide zich om en ging naar huis. Waar stond die verrekte auto ook weer. Adjudant ! Adjudant ! Daar kwam buiten adem de arts van dienst aanhollen. Adjudant ! U hebt nog helemaal geen slachtofferhulp gehad !! De Boogere keek hem meewarig aan en dacht aan de rake klappen die hij als marechaussee had uitgedeeld op het Malieveld. Niet nodig luitenant. Niet nodig. Het is gewoon een klote pistool. En zo verdwijnen de wapens uit zicht. Alleen het kaliber blijft. Opgesloten in het hart van de onderofficier.
© Jan |
||
Nevel | Jan Zweers | Meer |
NevelHet was nog de tijd dat tentkachels rood gloeiend gestookt werden en zodoende wat aangenaamheid verspreidden. Wij voeren door dik en dun in die dagen en trokken een voertuig met ons mee aan een touwtje door de duisternis van de Drentse heide. Harry moest invallen. Jerrycans met kerosine en benzine werden afgeladen en keurig op rij gezet. Elke benzine can was voorzien van een rood label. Elke kerosine can van een grijs label. De klasse III bevoorrading verliep feilloos. Harry krabde eens achter zijn oor. Hoe zat dat ook weer met die tentkachel. Eerst zet je hem op zes had Jan gezegd. Eerst op zes en dan langzaam op vier of drie. Sommigen pakten de kachelpijp vast in plaats van een tentpaal. Dat was wel lekker in de winter. In het begin althans. Op zes was je er gloeiend bij en stond aluminium verf in je hand geschreven. Grijze nevels omhulden het zwerk en de tentlamp flikkerde op merkwaardige wijze. Tomeloos zou je kunnen zeggen en von Ketsveld Lt Pc vroeg zich af waarom de smaak van de laatste bak koffie uit zijn neus kwam. Harry moest invallen. Benzine was rood gelabeld. Kerosine grijs. Tentkachels branden en worden heet. Dat is alles. En niet op zes laten staan. Om drie uur ter nachte. Ik was zoeven in diepe rust gevallen verscheen Jansen de motorordonnans ten tonele. Er was iets mis met de tentkachel van de eerste gevechtsbatterij. In de tentopening schemerde een open mond. Het was die van von Ketsveld. Een grijze massa vet afhangende draden bungelde aan het plafond en je moest goed kijken waar de rest van het kader zich bevond. Harry deed een plas. Het label Kerosine Grijs lag stil op de tent tafel.
© Jan |
||
de Bolle | Jan Zweers | Meer |
de BolleDe Bolle verdiende zijn naam. Ietwat uitgezet en opgeblazen. Nog niet gewend aan de jaarlijkse conditie proef die in het verschiet lag. De bar was open tijdens de lunchpauze en er werd gekaart en gelachen. De mess kenmerkte zich door bepaalde eilandjes waar je niet zo maar aan mocht leggen. Daar was het eiland Ontzagwekkend Buitengemeen Belangrijk Niet Over Het Hoofd Te Zien. Een soort koude kermis waar je als jonge onderofficier niet ongeschonden van terugkwam. Beter was het je eigen eiland te bevolken. Jong Ondeugend en vooral Lerend. Oud was per definitie beter en werd als zodanig behandeld. Respect was een deugdzaam potje dat dagelijks opgelepeld werd. De Bolle was kortelings opgeschoven naar de bovenste categorie en mocht naast adjudanten zitten. Zij het wat stilletjes. De Bolle was in zijn sas en bestelde een paar biertjes. De Oppercursus was zwaar geweest en niet vanzelfsprekend. Trots was hij en werd Batterij Opper bij de C- Batterij. Zodoende nam hij het touw in handen. De batterij volgde gestaag zij het in het kielzog van de VVDM en andere opruiende kritieken. Het korte haar wat elke maandag een beurt kreeg van de dienstkapper viel op de schouder. Het dragen van camouflagenetjes tijdens werkzaamheden werd aanbevolen en gans Europa vroeg zich af wat er gebeurde in Nederland. Het zag er niet uit. Dolend groen. Er gebeurden vervelende zaakjes en de Bolle trad op. Zoals een hoge Eiland Bewoner betaamde. Verzwaard arrest en verder geen gelul. Het was nacht en de Bolle Officier van de Week. De Bolle sliep op de kazerne. Voor het ochtendappel keek hij nog even naar zijn onlangs gekochte auto. Een mooie auto met extravagante buitenspiegels. De spiegel was gebroken de lak bekrast met een puntig voorwerp. Klootzak stond te lezen De Bolle vertrok en nam zijn generatie met zich mee. Het Oude Eiland verdween in de golven. Geen gelach werd er nog gehoord. De grandeur van de oude garde verdween in het spichtige zijn van de raampolitiek. Schepen die voorbijgaan.
© Jan |
||
Wachten en posten te velde | Johan van Ballegooij | Meer |
Er was eens een lichte luchtdoelartillerie batterij. Het ONDAS systeem was al ingevoerd. De lichting dienstplichtigen bestond uit stratenmakers, sjouwers in de haven, voetbalsupporters met een kort lontje en uit mannen met meer tatoeages dan jaren die zij op school hadden opgelet.Bij de meesten gingen de wenkbrauwen spontaan over in het hoofdhaar. De batterijopperwachtmeester gaf les in wachten en posten te velde. De opper was commando geweest en maakte ook indruk met zijn snor. Ook zijn lichaam was niet van bescheiden afmetingen, maar ook niet van onbescheiden afmetingen. De les begon met het goede voorbeeld. De opper speelde de wacht en demonstreerde met een wachtmeester hulpinstructeur de procedure als je het wachtwoord kent en als de naderende persoon het wachtwoord niet kent. Dan volgt de meting. Wie wil er wachtpost zijn? Een havenarbeider van ca 100kg meldde zich. De opper speelde de naderende militair. Fase 1: de opper kent het wachtwoord. Daarna........... Fase 2: de opper kent het wachtwoord niet! Na het commando: "Handen omhoog" vond er een spectaculaire gebeurtenis plaats. Toen de opper met zijn handen omhoog naderde werd hij gevloerd. De neus vol zand, heidestruiken in het oor en het uiten van gesmoorde geluiden via de ondergrond. De wachtpost/havenarbeider keek zeer tevreden, tilde de opper op en vroeg of hij de procedure goed had uitgevoerd. Voorzichtig brulde de opper dat er sprake was van kleine foutjes in de procedure maar dat de tegenstander verder op de juiste wijze was behandeld. |
||
Reserve kapitein E. Hertzberger | Johan van Ballegooij | Meer |
Afmarcheren of wat ging er toch mis? | Jim Howell | Meer |
Op een mooie dag, rond de zomer van 1964, mocht ik als korporaal, bedieningsman SFL, een groep van de Luchtdoel artillerie 45e afdeling A batterij in Ede, van de kantine naar het legeringsgebouw afmarcheren. Een makkie dacht ik. Onze beroepswachtmeester heb ik dit vaak zien doen en waarom zou ik dat niet kunnen. Dus keurig de juiste commando’s gegeven tot wij bij het legeringsgebouw waren aangekomen. Op precies de zelfde manier als de wachtmeester gaf ik de commando’s achter elkaar: Groep links om, naar rechts richten, hoofd front en tot slot ingerukt mars. Een prachtig gezicht was het met één vloeiende beweging ging men het gebouw in. Toen achter mij een, ik zeg het netjes, een duidelijk bevel KORPORAAL !!! wat een … puinhoop was dat riep een overste. Roep die troep terug en dan ga je het doen zoals het hoort. Ik naar binnen en met een beetje lef iedereen verzocht naar buiten te gaan. Buiten aangekomen werd mij de vraag gesteld of ik wist wat commanderen was. In de houding staande zei dat ik wel wist wat dit was. Nou kreeg ik als antwoord: NEE KORPORAAL dat weet je niet en IK zal het JOU en JULLIE leren. Commando’s geeft je met een verkorte tussenruimte, daar begin je mee. De groep “netjes” in gelid en ik er voor. Het volgende ging gebeuren: Groep geeft acht. Opnieuw werd gezegd, ik moet één klik horen zei de overste. Na een paar keer was het schijnbaar goed ik hoorde niets. Dus kwam het commando: naar rechts richten en zowaar het was stil achter mij. Groep hoofd front en weer stil. Vervolgens een beetje gespannen: groep rechts om. Mooi ik hoorde één klik. De overste niet en zei ik hoor een machine geweer. Na een paar keer ging het schijnbaar goed en ik was blij. Dus klonk het groep voorwaarts mars. Om vervolgens om het legeringsgebouw heen te lopen. Nou dit ging ook niet vlekkeloos, maar na wat herhalingsoefeningen was de overste toch tevreden. Teruggekomen dacht ik nu maar die verrekte tussenruimte tussen de commando’s geven. Werd het “groep halt”, één klik was het. Wouw deel één van de aftocht. De volgende commando’s netjes gegeven en netjes opgevolgd en met een prachtige klik afgesloten. De volgende morgen zei onze eigen wachtmeester zo: “Korporaal Howell” lesje gehad gisteren. Ja, doe nooit een beroeps na. Toch een hele fijne diensttijd gehad. |
||
Herdenking Tarakan 2019 | Johan van Ballegooij | Meer |
Azië was in de eerste helft van de 20e eeuw volop in beweging. In de strijd om de macht in Zuid- en Oost-Azië streefde Japan nadrukkelijk naar expansie. Japan beschikt over weinig natuurlijke hulpbronnen en richtte zich vooral op de ontwikkeling van de industrie en modernisering.De macht lag tot ca 1930 in de handen van een beperkt aantal families. Vanaf die tijd verschoof de macht van handel en industrie naar de strijdkrachten. In 1937 viel het land China aan. Daarbij werden gruwelijke bloedbaden aangericht. In 1940 werd er een Driemogendhedenpact gesloten tussen Duitsland, Japan en Italië. Vanwege de oorlog in Nederland kon men in Nederlands -Indië niet rekenen op de steun vanuit die kant, dus moest het zelf in actie komen. Alle inspanningen werden gericht op de defensie. Op 7 december 1941 viel Japan een Amerikaanse basis aan, Pearl Harbor. Zo werden de VS in de oorlog betrokken. De Japanse strijdkrachten vielen Noord-Celebes en Noord-Borneo binnen. Op 27 februari 1942 naderden de Japanse strijdkrachten Java. Een geallieerd vlootverband onder bevel van Schout bij nacht Karel Doorman probeerde de landing van de Japanners op Java te voorkomen. Op 27 en 28 februari 1942 volgt de slag in de Javazee. Het werd een drama voor de geallieerde vloot. Op 1 maart landen de Japanse troepen op Java. Op 5 maart trekken ze zegevierend Batavia binnen. Op 9 maart capituleerde het KNIL. Een drama tijdens de perioden van de aanvallen van de Japanse strijdkrachten was de aanval op het olierijke eiland Tarakan. Reeds in december 1941 voerden de Japanners lucht verkenningen uit boven Tarakan. Eind december volgden de luchtaanvallen. Op 10 en 11 januari zetten de Japanse strijdkrachten voet aan wal. In de ochtend van 12 januari capituleerden de Nederlandse strijdkrachten. De kustbatterijen waren i.v.m. verbroken verbindingen niet op de hoogte van de capitulatie. Toen twee Japanse schepen een baai binnenvoeren werden ze door de kustbatterijen beschoten en tot zinken gebracht. Volgens de historicus Lou de Jong werd er zelfs gevuurd op de Japanse drenkelingen. Toen de kustbatterijen zich overgaven werd het personeel op gruwelijke wijze gestraft voor het beschieten en tot zinken brengen van twee Japanse oorlogsschepen na de capitulatie. De militairen van de kustbatterijen werden op 19 januari in dezelfde baai aan boord gebracht van Japanse oorlogsschepen, met bajonetten doorstoken en overboord gezet. Zo zijn er 252 man om het leven gebracht. Het Korps Luchtdoelartillerie komt voort uit de Vestingartillerie, meer specifiek de Kustartillerie. Het Korps bewaart de traditie van de Kustartillerie en heeft in dit kader de zorg op zich genomen van de organisatie van de jaarlijkse herdenking bij het monument op het Ereveld te Loenen. Een bijzonder aspect dit jaar was de postume uitreiking van Mobilisatie Oorlogskruizen aan zeven slachtoffers door de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht. De kruizen werden in ontvangst genomen door de nabestaanden. |
||
Een luchtdoelartillerist van het KNIL | Johan van Ballegooij | Meer |
In 1992 vierden we op grote schaal het 75 jarig bestaan van het Korps Luchtdoelartillerie. Onder de reunisten was ook een lua man aanwezig die in het KNIL had gediend. Zijn naam is Leo Jacobs. Na enige tijd ontving ik in mijn functie van Korpscommandant een uitnodiging om naar een reunie te komen van ex krijgsgevangenen. De vereniging had de naam: Krijgsgevangenen Flores,Celebes, Molukken. Nooit van gehoord! In uniform met echtgenote op naar Den Haag. Keurig ontvangen door Leo Jacobs, die ons voorstelde aan de voorzitter Cees Ouwehand en de overige bestuursleden. Ik had de uitnodiging te danken aan de reunie in 1992. Heel bijzonder was dat deze Cees Ouwehand van KMA artillerie promotie 1934 was. Na deze bijeenkomst zetten we de kennismaking voort en ik heb hem meegenomen naar de KMA. Ik had toestemming gekregen via de sectie communicatie van de KMA. De toenmalige kolonel Cees de Veer was op de hoogte en had de cadettenalmanakken laten klaar leggen waarin de handel en wandel van de heren van promotie 1934 was geboekstaafd. Wat bleek? Deze Cees Ouwehand, in 1993 ca 77 jaar, was een rijzige man van rond de 1.90m. Hij was de zoon van de commandant van de Werkplaats draagbare wapenen in Bandoeng. Anders gezegd een telg uit een fatsoenlijk (pleonasme) officiersmilieu. In zijn KMA jaar zat ook een goedgekeurde en van een middelbare schooldiploma voorziene jongeman uit de binnenlanden van Drenthe of Groningen met de bijbehorende tafelmanieren en met het postuur van een breedgeschouderde lantaarnpaal. Tafelmanieren in de vorm van zoiets als ellebogen op tafel, mond in de buurt van het bord en met de lepel de mond in schuiven. Daar zei Cees iets van. Het einde van het liedje was dat er een duel werd uitgevochten met bokshandschoenen op de z.g. binnenplaats van het Kasteel. Cees won, maar de tafelmanieren werden niet veel beter. Deze Cees Ouwehand was ingedeeld bij de kustartillerie in Tarakan. Is niet vermoord, maar wel in krijgsgevangenschap afgevoerd en te werk gesteld aan de Siam-Birma spoorweg. Hij was een soort ploegbaas en had het regelmatig aan de stok met de Japanners bij gebrek aan jaargenoten met slechte tafelmanieren. Als minkukels macht krijgen worden ze vaak sadisten. In die tijd Japans volksgebruik. Cees zijn rug werd in elkaar geslagen en na de bevrijding in 1945 werd hij als eerste luitenant afgekeurd voor militaire dienst. Hij repatrieerde naar Nederland en begon een bedrijf in koelmachines voor dranken als Coca Cola. Onze vriendschap heeft nog jaren geduurd, maar hij is eind 1990 overleden. Een bijzonder man en een in mijn geval zeer bijzondere super-oudste jaars van de KMA. |
||
Vermoord door een nekschot in het kader van Aktion Kugel | Johan van Ballegooij | Meer |
In 1992 vierde het Korps Luchtdoelartillerie het 75-jarig bestaan. Ter gelegenheid van dat jubileum werd een geschiedenis boek uitgegeven met als titel "75 Jaar Luchtdoelartillerie. Met dank aan de Sectie Militaire Geschiedenis, thans NIMH, maar zeer zeker ook aan mijn vriend André (A.C.) de Bruin. Hij was de stuwende kracht vanuit de luchtdoelartillerie. Het boek was ook verkrijgbaar in de boekhandel. Na enige tijd kreeg ik als Korpscommandant een uitgebreide brief van een oudere dame, bouwjaar 1915. De steekwoorden van haar commentaar waren: mooi boek, niet goed want er staan geen namen in van gesneuvelde luchtdoelartilleristen. Zij ging verder met wat andere uitspraken en schreef onder andere dat de luitenant H.C. de Heer (Foto op blz.112 van het boek "Verenigd op de grond, daadkrachtig in de lucht") een bijzondere militair was. Dat b.v. een kazerne of tenminste een gebouw naar hem genoemd moest worden. Ging tendentieus verder met woorden als: maar jullie noemen kazernes alleen maar naar generaals. Ze ging vervolgens verder en zei dat in het boekje : De zak met vlooien van Gijs van Amstel, ten onrechte was gemeld dat H.C. de Heer in een gaskamer om het leven was gebracht. Maar in het boek van Leo de Hartog, "Officieren achter prikkeldraad" was zijn dood goed vermeld. Hij was i.v.m. ontvluchtingspogingen uit krijgsgevangenschap met een nekschot om het leven gebracht. Hitler had namelijk schoon genoeg van al die ontsnappingen en voerde de Operation Kugel in. Dat hield in dat alle ontsnapte krijgsgevangenen die werden gepakt zonder proces ter dood zouden worden gebracht. Denk maar aan de serie over Colditz. Uiteraard heb ik deze dame van repliek gediend en namen genoemd van kazernes zoals de Korporaal van Oudheusdenkazerne, de Johannes Post kazerne, de soldaat Ketting Olivier kazerne etc. Maar ik heb haar ook op laten halen uit Den Haag en voorgesteld aan Gijs van Amstel. De plaats van handeling was de officierscantine met de gedenkramen. In die ramen staat de naam van luitenant H.C. de Heer. Mijn rol was koffie serveren, want deze twee ouderen wisselden ervaringen uit en daar kwam ik niet aan te pas. Gijs van Amstel had A.C. de Heer persoonlijk gekend en uitgelegd dat hij, toen hij het boek schreef niet kon beschikken over bronnen die later openbaar waren. Hij moest dus putten uit eigen ervaring en informatie die hij van derden had gehoord. In dit geval de dood van A.C. de Heer in de gaskamer. Ik schrijf elke keer de voorletters er bij om gelovigen niet in de war te brengen. Wat bleek uit de verhalen van deze dame? Zij woonde in Den Helder en was de dochter van een officier van de Koninklijke Marine en werkte in het Marine Hospitaal als verpleegster. In die hoedanigheid had ze kennis gemaakt met de luitenant de Heer. Het werd niet met zoveel woorden gezegd, maar zij had een relatie met hem. Tot een huwelijk is het niet gekomen vanwege zijn tragische dood. Deze dame zag haar "verloofde" dus in krijgsgevangenschap vertrekken. Ze was een echte patriot en ging in het verzet om te spioneren. Ze vertrok naar Den Haag. Solliciteerde bij de Standort Verwaltung in de Carel van Bylandlaan en gaf informatie door aan de ondergrondse. Vanwege haar taakopvatting en goede verstand ging ze uiteindelijk met de Duitsers mee naar de grens tussen Polen en Rusland. Haar belevenissen zijn door Co Kars bewerkt tot een meisjesroman met als titel : Marsch Partisanski. |
||
Belgische loterij | Rob Berg | Meer |
Belgische loterijNUNSPEET GENERAAL WINKELMAN KAZERNE Ondanks herhaalde waarschuwingen dat p.s.u. ordentelijk in de p.s.u. kast geborgen moet zijn, trof ik nog steeds Uitvoering: Er was van alles te doen, van zwerfvuil rond het gebouw verwijderen tot parkeerplaats zuiveren van zwerfvuil. Maar… er waren ook drie escape mogelijkheden: Dus elke keer dat op het publicatiebord in de hal de tekst stond: Vandaag weer Belgische loterij, ontstond er een vrolijke sinterklaas stemming. Welke oen is vandaag de klos? |
||
Drone piloot | Rob Berg | Meer |
DRONEPILOOTLuask Botgat Kan v.d.B. (ch 4t) wilde het wel proberen, een rondvlucht met de drone. Na een korte instructie: Ready for take off, kon hij op het zadel plaatsnemen na eerst de schoenen te hebben uitgedaan i.v.m overgewicht. |
||
Lustrum | Rob Berg | Meer |
LUSTRUM 12 PALUABT (1)Ja, de bt bestond 5 jaar (1978-1983). Bij elke sportdag horen prijzen, dus ook deze in de trant van dit eerste lustrum: Conform het motto van de dag – IK LUSTRUM- LUSTRUM 12 PALUABT (2)Tijdens de schietserie Luask ontstond het briljante idee om een lustrumfoto te maken en deze als herinnering Haha! We hebben aansluitend toch de originele foto overhandigd. |
||
Nieuw-Guinea | Rob Berg | Meer |
Nieuw-GuineaEen terugblik op het N- peloton “62 periode Kaimana /Utarom Na een reis van 3 dagen vanaf het eiland Jefman voeren we met de klep (Lct) het haventje van Kaimana binnen. De daarop volgende dagen werden benut om de stelling in te richten en onze vuursectoren te coördineren, dit i.s.m. de aldaar gelegerde cie mariniers.
JE VINDT WEL EENS WAT Kan1 S. en kan H “vonden” twee puntgave lege oliedrums aan de binnenzijde gecoat, ideale wandbekleding voor de put . Telegram van de Sie 1 ,7e afd Biak: Kort hierna kregen we een aantal vreemde berichten / verzoeken:
Eind juli kwam C-troepen in Nieuw-Guinea, kol Eekhout op bezoek. Het N-pel kreeg een pluim ,de stellingen zagen er goed uit ook de put met meubilair. Vijf weken later “vonden” we het OK dat het –Staakt Het Vuren- werd afgekondigd. Het werd wel tijd na 9 maanden 24/7 stellingleven.
|
||
Dieronvriendelijk sporten | Johan van Ballegooij | Meer |
Dieronvriendelijk sportenWe schoten met onze prtl en ook met de 40mm op schietterrein Botgat. Nadat het schieten was beëindigd, pleegden de stuksbedieningen onder toezicht van hun directe commandanten onderhoud na het vuren. Er waren tijdens de uitvoering van de schietoefeningen extra functionarissen belast met o.a. de veiligheid. Een deel van die functionarissen, waaronder ikzelf, verkleedden zich na het schieten in sporttenue en gingen via de duinen bij de veiligheidspost naar het strand en liepen vervolgens joggend of hollend naar de Donkere Duinen en vandaar naar het Maaskamp. Een van de deelnemers, laten we hem Ben noemen, had niet het postuur van een hardloper. Hij was niet zo groot en gespierd, meer het type van een sprinter. Eerst een stukje warming up en dan lekker hollen. Mijn sadistische inslag kwam geheel tot zijn recht. Eerst werden Ben zijn stappen luider en vervolgens ging de ademhaling vreemde geluiden maken. Soms raakte hij wat achter en dan hielden we in tot hij net weer was aangesloten en dan gingen we lekker hard verder. Dat herhaalde zich een aantal malen. De stappen bootsten het geluid van een heimachine na en de ademhaling leek op een storm windkracht 8. Gesprekken met hem waren onmogelijk. Wat is er nu zo dieronvriendelijk geweest? Schipper Bot vertelde 's avonds in de officiersmess dat hij nauwelijks platvis en garnalen had gevangen. Die dachten kennelijk dat er sprake was van een aardbeving gevolgd door een tsunami en dus hadden ze kennelijk dekking gezocht op de oceaan. |
||
Hoogwaardige bevelvoering | Johan van Ballegooij | Meer |
Hoogwaardige bevelvoeringIn de tijd van de vorige Koude Oorlog was voorzien dat bij een eventuele aanval van het Warschau Pact, de Nato troepen in Europa versterkt zouden worden door troepen van de VS. In 1987 mocht ik als luchtverdedigings specialist mee met de mini staf van 1 Lk. Heenreis: geen bijzonderheden. We verbleven in een hotel in Killeen. Stelt u zich eens voor: een lange bak van ca. 15 meter, bestaande uit twee delen, gescheiden door een tussenschot. De oefening: geen bijzonderheden. De terugreis wel. De leiding, ik herhaal de leiding, zie titel, had geroepen: "Is iedereen er?" Iedereen joelde : Ja! |
||
Vuurverdeling | Rinus Baaijen | Meer |
VuurverdelingLocatie: Botgat, Luaschietkamp Den Helder 1969 De twee gevechtsbatterijen van de A-Bt 45 Afdltlua o.l.v. Kap A... waren gevechtsgereed en konden vuur uit brengen. Vanwege de veiligheidsrisico's voor schepen op zee was het de Batterijcommandant ten strengste verboden met beide gevechtsbatterijen tegelijkertijd te schieten. Kap A... wilde deze verantwoordelijkheid niet delegeren en besloot zelf de leiding over het vuur te nemen. Hij ontbood beide VLO's (Vuurleidings officieren) bij zich en stelde dat hij, wanneer hij zijn linkerarm omhoog stak, de linker gevechtsbatterij moest vuren en wanneer hij zijn rechterarm omhoog stak de rechter. Een simpele en eenvoudige opdracht, precies waaraan een gegeven opdracht moet voldoen. Iedereen was klaar, geen vragen, de boodschap begrepen en alle ogen gericht op de kapitein die met z'n rug naar de VLO's vlakbij de stukken tussen beide gevechtsbatterijen stond en een schuin oog gericht hield op de veiligheidstoren om te zien wanneer het vuur vrij zou worden gegeven. Toen het sein "vuur vrij" was gegeven stak hij resoluut zijn linkerarm omhoog. Er gebeurde echter niets, waarna hij zich verbaasd en verontwaardigd omdraaide en beide armen vragend omhoog stak waarom er niet gevuurd werd. Op dat moment brak er een hels kabaal los omdat beide gevechtsbatterijen vol het vuur hadden geopend, tot ontzetting van de kapitein die iets te laat de gevolgen van zijn reactie besefte. Bedroefd en verslagen staarde hij naar beide VLO's. Het voorval veroorzaakte ingetogen hilariteit bij de bedieningen, maar zorgde tevens voor ontzag van iedereen, omdat men een goed beeld kreeg van de vuurkracht van een compleet schietende batterij. |
||
Macho | Johan van Ballegooij | Meer |
Heel lang geleden werden wij verplicht een fysieke test af te leggen. De oefening had de naam Steunzool, hetgeen voor artilleristen met O3 zeer van toepassing was. Hij had een bourgondische instelling en zijn spiergroepen onder de broekriem waren redelijk fors, althans goed ingevet. Toen passeerden we ons bureelgebouw. Nee, we noemen geen namen! Namen noemen we niet. |
||
LSO bij 5 ATAF | Johan van Ballegooij | Meer |
LSO bij 5 ATAFToen de 101 Luagp zou worden opgeheven, hebben we voor alle bij die groep ingedeelde militairen een passende functie gezocht. Zo kwam in feite in januari 1995 een einde aan het bestaan van de 101 Luagp. Ik had mezelf aangewezen voor uitzending en werd uitgezonden naar UNPROFOR in Bosnië met als eindbestemming 5 ATAF in Vicenza in Italië. Ik werd naar de vliegbasis Leeuwarden gebracht door mijn helaas te vroeg overleden en zeer gewaardeerde vriend en collega André de Bruin. Na weken rondgereisd te hebben in Bosnië, arriveerde ik in Vicenza bij 5 ATAF. 5 ATAF was belast met de operatie Deny Flight. Het doel was het geboefte in Servië, Kroatië en Bosnië het gebruik van het luchtruim met vliegtuigen te ontzeggen. Wat mij betreft mochten ze het luchtruim rustig gebruiken nadat ze op een mijn hadden getrapt. Na enige tijd werden de piloten van de diverse vliegbasis en aircraft carriers afgelost en vervangen door fris volk. De nieuwe piloten werden aan boord van hun schip of op de vliegbasis zoals Aviano gebriefed over het conflict, de rules of engagement etc. Op één van die foto's is de briefing party onderweg in een door Spanje geleverde CASA naar een vliegkampschip. Ik dacht dat het de Kearsarge was. Met veel heli's en veel mariniers uit de VS. Die worden overigens wiskundig gekeurd op basis van de formule: BxI=C. De omtrek van de biceps maal de intelligentie is een constante. De mariniers etc hadden tijdens de briefing last van een jet lag van groot formaat. Dat bleek al tijdens de eerste twee briefings door Amerikaanse functionarissen. Toen was ik aan de beurt en ik werd dus geconfronteerd met een groot aantal knikkebollende mariniers. Na ca één minuut heb ik mijn standaard grap verteld. Dat gaat zo. Ik ging wat zachter praten (in het Engels natuurlijk) en ik vertelde dat ik altijd werd geconfronteerd tijdens mijn voordracht met dezelfde verschijnselen. Dat was de reden dat ik mijn stem had laten analyseren. De uitkomst was dat mijn stem de oorzaak was dat alle homofielen onmiddellijk in slaap vielen. Degenen die wakker waren barsten los in luid gebulder van het lachen en degenen die wakker werden hadden geen idee wat er aan de hand was. |
||
Het wolletje | Johan van Ballegooij | Meer |
Het wolletjeAls cadet op de KMA werd ik geconfronteerd met hele rare aspecten van het militaire leven. Volgens juffrouw Ank van het programma "De Luizenmoeder" waren dat geen rare aspecten, het was heel bijzonder! Eén er van was het z.g. wolletje. Het was bij de plaatjes verdwenen, maar ik heb het er weer op geprutst. Je moest je dekens opvouwen op de breedte van het dekenlatje dat als een soort versteviging diende om het wolletje niet het uiterlijk te geven van een corpulente aardbewoner. De lakens werden op dezelfde breedte gevouwen. Dom werk en op de KMA moest alles kreukvrij zijn, dus het was ook nog moeilijk. I.v.m. de hoogte van ons zakgeld konden we alleen eenvoudige lectuur bezitten en dat leidde weer tot de slogan van heer Bommel: Tom Poes verzin een list. Dat deden we. Na het eerste verlof kwamen een aantal slimmerikken terug met twee dunne houtjes omwikkeld met stof van een katoenen laken. Dat scheelde een hoop gepruts. Dus: dekens vouwen-latjes met namaak lakens aanbrengen-echte lakens gepropt in de PSU kast. Vrolijk aan de dag beginnen. Helaas kwam de sergeant majoor Heijmans er na enige tijd achter en werden passende beloningen uitgedeeld. In de namaak lakens werden de latjes gebroken en de krijgstuchtelijke straf was ca 2 dagen licht. De strafreden zal ongeveer alsvolgt hebben geluid: Zijn wolletje met quasi lakens niet model opgemaakt en daardoor zijn militaire meerdere om de tuin geleid, zonder dat er een tuin aanwezig was. Zo iets. |
||
Lunchpakket | Johan van Ballegooij | Meer |
LunchpakketIk heb een valse start gemaakt bij het wapen der veldartillerie en diende o.a. bij de 119Afdva. De periode voor de afdelingstest brak aan. We gingen naar Duitsland naar het schietterrein Bergen-Hohne en betrokken het bivak Danzig-Königsberg. De 119Afdva was destijds een nucleaire eenheid en dus werd die eenheid omgeven door beveiligingstroepen van het Regiment van Heutz en dwaalden er wat Amerikaans officials rond de munitie. Die munitie was de Honest John raket. De Ststvzgbt en het grootste deel van de lanceerbatterij met de raketlanceerinrichtingen op een International vrachtauto waren al vertrokken naar de eerste opdracht. Het Assemblage en Transportpeloton stond met ronkende motoren gereed om te vertrekken naar de lokaties waar de raketten op de lanceerwagens moesten worden getakeld. De pelotonscommandant wilde juist het sein tot vertrek geven, toen hij werd gewaarschuwd dat een chauffeur nog even snel naar het toilet was gegaan. Dat toilet bestond uit een soort tuinhuisje zonder deuren met schotten tussen de compartimenten. De riolering bestond uit een kuil in de grond en daarboven waren de zitplaatsen met centraal een groot gat. Het duurde erg lang voordat de chauffeur verscheen en men werd erg zenuwachtig. Met een rood gezicht kwam de makker uiteindelijk tevoorschijn en werd onmiddellijk verbaal belaagd waar hij g.d zo lang was weggebleven. Huilend zei de chauffeuir dat hij heel nodig uit de broek moest voor een grote boodschap en dat toen hij klaar was zijn buitenjas door het gat in de zitting was gevallen en dat hij de jas niet meer kon grijpen. Weer enige krachttermen op laag niveau door leiding gevend hoog niveau, met als strekking dat op tijd vertrekken veel belangrijker was dan die verd... buitenjas. De chauffeur huilde nog harder en riep stamelend: "Ja maar luitenant, mijn lunchpakket zat er nog in !" |
||
De vallende klep | Johan van Ballegooij | Meer |
De vallende klepU kent dat vast wel, de viertonner met voorin de voertuigcommandant en de chauffeur en in de laadbak een stuk of 18 krijgers. Het probleem van de krijgers die het dichtst bij de klep zaten was dat ze doorgaans niet het geduld konden opbrengen om te wachten tot de chauffeur de klep open deed en geleidelijk liet zakken. Dan hoorde je een vreselijk geluid en bovendien was het slecht voor het materieel. Een van de eigenaardigheden van een deskundige commandant van een in het noorden gelegerde pantserluchtdoelartilleriebatterij was dat hij allergisch was voor vallende kleppen als u begrijpt wat ik bedoel. Hij deed weinig aan sport, maar bij vallende klep geluiden werd de atleet in hem wakker. Anders gezegd hij stormde er op af en ging flink te keer. Deze allergie was bekend bij alle militairen van de batterij. De batterij ging naar Duitsland vanwege een schietoefening. Het bivak werd ingericht en zoals dat behoort werd 's morgens een signaal gegeven voor de reveille. De wachtmeester E.K. had daartoe een geluidsinstallatie geïnstalleerd. Het tijdstip van de reveille naderde en u raadt het al, uit de luidsprekers klonk het geluid van een vallende klep van een viertonner. Het verhaal gaat dat de pyama van de batterijcommandant achter bleef op het veldbed zo snel stormde hij het bivak in om de schuldige terecht te wijzen. |
||
Circus act | Johan van Ballegooij | Meer |
Circus actEr was eens een pantserluchtdoelartilleriebatterij, gelegerd nabij het centrum van de Veluwe. De batterij deed mee aan een meerdaagse oefening, een z.g. Field Training Excercise (FTX) in Duitsland. Het was weekend break. De uitrusting was onderhouden, het werd tijd voor onspanning. De batterij sliep in een grote feestzaal met aan het einde een toneel. Het werd gezellig die avond, sommigen vonden het zelfs erg gezellig. Het werd bedtijd. De rust was broodnodig, want een FTX is een ander woord voor hard werken en kort slapen. De batterijopperwachtmeester, laten we hem Pied met een d noemen, merkte na enige uren slaap kennelijk dat zich een regenbui tussen de knieën aan het ontwikkelen was. De ambitie of droom van deze opper was kennelijk dat hij dacht het verkeerde beroep te hebben gekozen en circusartiest had willen worden. Hij stond op van het veldbed, vergat of was zo diep in slaap dat hij niet goed oplette en zich niet realiseerde dat hij zich op het toneel bevond. Op weg naar het toilet vlug de gordijnen opzij gedrukt en de zaal ingestapt. Het hoogte verschil was ca 1,5 meter. Zijn droom als circusartiest ging onmiddellijk in vervulling. Gelijk Tarzan, deze keer met rossig haar, redde hij zijn vege lijf door de gordijnen beet te pakken en deze quasi lianen te gebruiken om zijn ABOHZIS niet te wijzigen van allemaal ééntjes in dat van een Haags telefoonnummer met nullen en zevens en alles wat er tussen zit. Wij vonden dat heeeeeel raar, net als juffrouw Ank (De Luizenmoeder) , maar het was eigenlijk heeeeeeeeeeel bijzonder! Het is goed afgelopen. Pied is hoewel hij zich toen boven ons verhief, nog steed onder ons. |
||
Een VOS misbruikt de borden | Johan van Ballegooij | Meer |
Een VOS misbruikt de bordenHet was op de schietbaan BOTGAT. Ik was VeiligheidsOfficierSchietbaan (VOS). Het gebied dat veilig was werd op de rand van de toren aangeduid met borden. N was de sector noord, Z was de sector zuid. Verder waren er borden waarmee delen van de gehele sector die veilig waren konden worden aangeduid. Die borden hadden de letters A tot en met I. Wat er precies gebeurde weet ik niet meer, maar het was in elk geval niet goed ook niet een beetje goed. Als eenvoudig kapitein (pleonasme) meende ik dat op creatieve wijze aan te moeten geven door de borden op oneigenlijke wijze te gebruiken. Zo vormde ik het woord AFGANG. Ik wist nog dat ik zoiets gedaan had, maar mijn geheugen liet het afweten. Arie wist het nog. Arie bedankt. |
||
Treinkaping Wijster | Jan Zweers | Meer |
DE TREINKAPING BIJ WIJSTER EN HET OPTREDEN VAN DE LUCHTDOELARTILLERIE. Vrij vertaald naar op waarheid gebaseerde gebeurtenissen - 2 december 1975
"Gebeld, er wordt gebeld" zeg ik slaperig tegen mijn vrouw. Het is half drie in de nacht. De voordeur gaat van het slot. Een groene gestalte beweegt zich in het donker en ik vraag me af hoe dat ook weer zat met ongewapend gevecht. "Onmiddellijk naar de kazerne komen" zegt de schim. De ordonnans kent het bericht uit zijn hoofd en heeft het derhalve niet opgeschreven. "Ja met Jan - klopt dat ook dat ik naar de kazerne moet komen ?" Aan de andere kant van de lijn zit de Officier van Kazerne dienst . " Jan sodeju nu komen. Nu !" De kazerne ligt er verlaten bij. Alleen de wacht roert zich. De meeste dienstplichtigen zijn naar huis. De Officier van Kazernedienst draait zijn zware shag. Brandaris shag die goed zwaar is. Fog of war zeiden we later. "Jan treinkaping ! Treinkaping bij Wijster. Nu onmiddellijk je radar gereedmaken voor vertrek. Jij rijdt zelf. De sleutels van de loods hangen in de sleutelkast. Verder nog iets ?" Het was nog die fijne radar L4/5 die het meestal wel goed deed na de eerste storingsreacties. De radar bediening staat inmiddels paraat . Twee onderofficieren en een luitenant. De meest dure radar bediening ooit is een feit. Wat dreunt daar ook weer op die heide. Rijden met die handel ! Krak krak . Het schakelen met tussengas ben ik nog niet verleerd. De 6 tons aanhanger scheert rakelings langs de stoepranden. Een koude wind blaast ons verder richting onbekend. Busjes van de NOS rijden geagiteerd rond. Wijster in het nieuws. "Volgen" roept iemand. Als een onheilspellende gele sphynx staat daar een trein in het voorterrein. Alle ramen zijn afgeplakt. Ongetwijfeld kunnen de kapers ons zien. De mariniers liggen vlakbij. We gaan in stelling. Daar komt met reuzenstappen de overste K.M.Link aan lopen. "Luister vrienden - die kapers hebben een radio. Die gaan we storen met onze volgrader. Daar is over nagedacht in den Haag. Vanwege het crisis beraad." De overste K.M.Link boezemt plotseling ontzag en vertrouwen in. Waarom noemden we hem eigenlijk altijd de overste krom-en-link ? 180 Kw straalt richting trein. Geen mens die het merkt. Je kunt er impotent van worden grapt iemand. Toentertijd werden er nog geen schade claims ingediend. Tussen ons en de trein ligt een weiland. Geen koe die zich roert. Iemand begint driftig te zwaaien. In zijn hand houdt hij een klein radiootje. De lange regenjas van de man wappert vervaarlijk. Rent van links naar rechts en van voren naar achteren. Het is de overste K.M.Link die alvast een proef op de som neemt. "Blijf mij volgen" schreeuwt hij. Een verlaten vogel laat een eenzaam poepje vallen. Me oh My . I'm so glad cows don't fly. Het radar-richttoestel begint bij gebrek aan een vast reflecterend object rond te tollen. "Radar doel kwijt" klinkt het routine achtig. Het slim bedachte plan faalt en de status van onze overste begint weer krom-en-link te worden. Heeft hij zich vergist ? Heeft den Haag zich vergist ? De tijd kruipt voorbij. We beginnnen de stapel bieten te ruiken die voor onze voeten ligt . Het wemelt van de marechaussee. In de verte hoor ik het radiootje kraken. Hilversum 1 - de nieuwsberichten van 9 uur. De treinkaping in Wijster . Het driftige mannetje houdt op met zwaaien. "Het werkt niet" roept hij teneergeslagen. Zweet gutst van zijn voorhoofd. "Morgen naar huis !". En zo eindigt deze merkwaardige inzet van de Luchtdoelartillerie. Later kregen we nog een dag compensatie verlof. Het leger is zo gek nog niet .
© Jan |
||
Super trein | Johan van Ballegooij | Meer |
Super treinIn de vijftiger en zestiger jaren werden de recruten opgeleid in het depot Ossendrecht. Bij die opleiding hoorde ook de gevechtsbaan en het uitvoeren van schietoefeningen in de Harskamp. Dat ging alsvolgt: De batterij marcheerde naar het station Bergen op Zoom. Stapte daar in de trein. Stapte uit in Ede en marcheerde vervolgens vrolijk?? naar de Harskamp. Op een dag kwam de luitenant A. met de recrutenbatterij aan op het station Bergen op Zoom. Daar stond een hele lange trein. De batterij zelf was ca 200 man. De stationschef vroeg, toen het tijdstip van vertrek naderde, hoe laat de rest zou komen. Grote vraagtekens bij de luitenant. Er komt verder niemand was het antwoord. De trein besloeg een zodanige lengte dat speciale maatregelen in het kader van het spoorverkeer noodzakelijk waren. Hoe dan ook, de trein moest op tijd vertrekken. De aankomst in Ede en het verblijf van een paar dagen in de Harskamp leidde niet tot bijzonderheden. De terugreis met een andere trein vanuit Ede ook niet. Na aankomst in het depot Ossendrecht vroeg de batterijcommandant aan de luitenant A. of er bijzonderheden waren. Hij rapporteerde de hele lange trein en dat er ca 1000 man ontbraken. De batterijcommandant vroeg zich af hoe dat kon. Hij had immers zelf de aanvraag voor de trein opgesteld en getekend. Kijk maar, zei hij en liet de copie van de aanvraag zien. Hier staat het. Aantal militairen 223. Vertrektijd 1015u. Totaal 1238. Zo wist iedereen binnen een half uur waarom er zo'n lange trein voor de heenweg naar Ede op het station van Bergen op Zoom had gestaan. |
||
Batterijtest A-Batterij 15 Afdltlua | J.A. Spruyt | Meer |
Batterijtest A-bt 15 Afdltlua te Wezep, circa 1975.Gevechtsbatterij in stelling op de heide bij Elspeet. Het testteam o.l.v. de plv Afdc stapt kordaat de stelling binnen. Maj K. stelt de vragen aan de eerste de beste sc 40L70. Wmr W. waar bewaart u de magazijnen voor de MAG? Wmr W. laat zich niet uit het veld slaan en antwoord met stalen gezicht: “In die kist daar majoor”. Honderd punten! |
||
Kopje heerlijke koffie | Johan van Ballegooij | Meer |
Kopje heerlijke koffieBij de 45 Afdltlua werd er na het appel van 0800u op de Sectie 1 en bij de Sectie 2/3 eerst nog even overlegd onder het genot van een kop koffie alvorens ieder zijns weegs ging. De koffie was op en we gingen aan het werk. Opeens stormde de S1, kapitein O. bij ons binnen en riep zenuwachtig dat de kolonel op bezoek was gekomen bij de afdelingscommandant en dat hij geen koffie meer had. Bij ons was de koffie ook op, maar de kapitein zag dat er nog wat restjes in de kopjes zaten. Vlug alle restjes in de aluminium koffiekan met Nederlandse leeuw gegoten en op een electrisch kookplaatje gezet. Toen het warm was de koffie in één der kopjes geschonken. Klontje suiker op het schoteltje gelegd. Met de tong de bruine koffiestreepjes van de buitenzijde van het kopje gelikt en daarna terug naar de commandant en de kolonel. De kolonel heeft de koffie smakelijk opgedronken niet wetend wat het proces was geweest om überhaupt koffie te maken en dat in een schoon kopje te serveren |
||
De batterijcontrole is onuitvoerbaar .... | Arie Oskam | Meer |
De batterijcontrole is onuitvoerbaar ....Het gebeurde achter het (toenmalige) PMT in de Harskamp, daar lag een piepklein batterijdienstveldje. De C-Gevbt had een nieuwe methode van synchroniseren bedacht? Ik was toeg S3/gevl bij de 45 Afdltlua en kreeg van mijn chef (Jip) opdracht om daar mijn licht eens op te steken. Enfin, na een poosje meldde de C-Gevbt "gevechtsgereed" te zijn. Ik had het hele verhaal weliswaar bekeken maar zeker niet begrepen. Ter controle van het geheel vroeg ik de C- Gevbt de batterijcontrole uit te voeren (tenslotte kon ik het ook wel verkeerd gezien hebben). Het antwoord was zo mogelijk nog verwarrender: "Dat kan met dit systeem niet." We hebben nog jaren onze flappen gebruikt ... |
||
De Italiaanse code. | Arie Oskam | Meer |
De Italiaanse code.Hij (CB) gaf radarles in de L4/5. Het onderwerp was IFF. De uitleg was dat de IFF code ook kon worden uitgelezen door de schakelaar op het instelpaneel op 'test' te zetten. Dat was duidelijke taal. Vervolgens mocht een leerling de ondervraging uitvoeren met als resuitaat dat het hele beeldscherm overstuurd werd en een melkwit uiterlijk vertoonde. Vraagtekens alom, maar de instructeur zat er niet echt mee: "Dit is de Italiaanse code die kunnen we niet uitlezen".... maakte een eind aan alle mogelijke tegenspraak van de leerlingen. Het heeft me een middag gekost om dit ook weer de wereld uit te helpen. |
||
De les algemene meteorologie (eind 70-er jaren, LUAS), schieten Botgat | Rinus Baaijen | Meer |
De les algemene meteorologie (eind 70-er jaren, LUAS), schieten BotgatOm het personeel van de meteogroepen van de artillerie vertrouwd te maken met de algemene meteorologische begrippen werden een aantal lessen algemene meteorologie gegeven. Tijdens een van de lessen die een radarofficier meemaakte (laten we zeggen de lescontrole) vernam hij het volgende in de les van owi d G: “Lucht bestaat voor 79% uit Stikstof; 19% uit Zuurstof en 2% uit Edelgassen. Die lucht hebben we niet! De ons omringende atmosfeer bestaat voor 79% uit Stikstof; 19% uit Zuurstof, 2% uit Edelgassen en 5% uit Waterdamp”. Vinger uit de klas: “Maar opper dat is toch 105 %? Het antwoord kwam sneller dan hij had verwacht: “Inderdaad jongen en daarom regent het zoveel in Nederland”. foto: nimh-beeldbank.defensie.nl Een gesprek op de schietbaan (45 Afdltlua, Botgat, midden 70) (gesprek vond plaats tussen de Lnt O en lkol S). S: Arie wat ben je aan het doen? S. Gaat dat goed? O: Jazeker overste. S: Geef eens een proefvuurtje! O: Liet zijn kornet v.d. V die als VLO dienst deed afvuren. Hij vuurde ruim 3 seconden (39 granaten). S: Het lijkt wel munitieverspilling. O: Ik denk van niet. S. O, nee waarom niet? O: Volgens de Vaste Orders schieten we in den Helder gevechtsschietoefeningen, en deze gevechtsschietoefening is 4 seconden vuur (48 granaten). S: Staat dat in de VO??, heb je die bij je?, laat eens zien, zijn ze bijgewerkt? O: Ja het stond in de VO, hij had ze bij zich, hij liet ze zien, en ze waren bijgewerkt. S: Nu ik er nog eens over nadenk, ik vind het munitieverspilling, ik maak er nu 2 seconden vuur van ..... |
||
Arie, aan de stempels! | Johan van Ballegooij | Meer |
Arie, aan de stempels!Er was eens een gevechtsbatterij behorende tot de 45 Afdltlua. Uiteraard was de commandant van de gevechtsbatterij een zeer capabele luitenant, laten we hem Arie noemen. De gevechtsbatterij stond op de schietbaan Botgat en schoot met de 40L70 kanonnen die waren voorzien van de schietbuis met de z.g. korte kamer. Die ingreep was nodig omdat er met 40L60 munitie werd geschoten. De kanonnen werden aangestuurd door de radar L4/5. Daar kwam de afdelingscommandant aan. Eh, Arie, het vuur ligt erg laag. Eh, Arie, kan me niet schelen. Het vuur ligt te laag! Aan de stempels en hele slagen omhoog. Ja maar overste. Niks te maren Arie, gewoon doen wat ik zeg. |
Terug